Programma 2024

De gemeente als vertrouwensvolle partner met respect voor de (lokale) ondernemer, handelaar, land- en tuinbouwer.

Ondernemen in alle vormen verdient respect en waardering. Wij streven naar een duurzame dialoog tussen het gemeentebestuur en de ondernemers. De specifieke kenmerken van de verschillende sectoren en deelgemeenten worden daarbij gerespecteerd. We zullen een omgeving creëren waar bedrijvigheid gestimuleerd wordt, waar innovatie en duurzaamheid centraal staan en waar de gemeente investeert in de toekomst van zijn ondernemers.

Mobiliteit als kern van economische ontwikkeling

Een goed mobiliteitsplan is essentieel voor de economische groei van onze gemeente. Wij pleiten voor een masterplan mobiliteit dat de bereikbaarheid van ondernemingen in de regio verbetert. Zowel de haven als de binnengebieden moeten beter ontsloten worden. We werken actief samen met de hogere overheden om oplossingen te vinden voor knelpunten, zoals de ontsluiting van het Doornpark en de N49 (Beveren-Vrasene). Een uitgebreide burgerbevraging over mobiliteit brengt de noden van ondernemers, klanten en bewoners in kaart. Dit vormt de basis voor het masterplan dat gericht is op een betere bereikbaarheid en doorstroming binnen de gemeente. Duidelijke communicatie over wegenwerken en infrastructurele plannen is daarbij essentieel.

Daarnaast zetten we in op openbaar vervoer, waarbij we pleiten voor een betere integratie van trein, tram en bus. Mobiliteit en slimme infrastructuur vormen de basis voor economische welvaart, zowel voor bedrijven als voor werknemers.

Lokale economie versterken: koop lokaal

Lokale ondernemers en handelaars staan centraal in onze visie. Overheidsopdrachten moeten transparant gecommuniceerd worden, zodat lokale bedrijven makkelijker kunnen deelnemen. Platformen zoals Regioleverancier worden actief ingezet om opdrachten toegankelijker te maken. Daarnaast zetten we in op meer zichtbaarheid voor handelaars buiten de winkelkernen en zorgen we voor een schone, aantrekkelijke omgeving die bijdraagt aan de winkelervaring.

Beleving in winkelkernen stimuleren

We investeren in de aantrekkelijkheid van onze winkelkernen door te ijveren voor meer diversiteit in het aanbod en aandacht te hebben voor veiligheid en aantrekkelijke publieke ruimtes. Ook kortparkeren in de buurt van handelszaken wordt mogelijk gemaakt om snel aankopen te stimuleren. Op termijn willen we terugkeren naar een winkelomgeving waar mensen komen funshoppen.

Netwerken en leren van elkaar

Het is belangrijk dat ondernemers elkaar leren kennen. Wij organiseren regelmatig netwerkevenementen voor ondernemers en faciliteren hun toegang tot overheidsopdrachten. In samenwerking met belangenverenigingen en adviesraden stimuleren we lokale ondernemers om mee te dingen naar gemeentelijke opdrachten.

We stellen voor om ook een onthaalmoment te organiseren voor nieuwe ondernemingen en alle gegevens van lokale bedrijven te verzamelen in een centrale database. Dit maakt het gemakkelijker om ondernemers regelmatig te informeren en te ondersteunen.

We versterken ook de dienst lokale economie, die als centraal aanspreekpunt fungeert voor ondernemers. De kmo-ambtenaar dient te beschikken over een duidelijk en helder takenpakket. We informeren proactief op welke diensten ondernemers beroep kunnen doen binnen de dienst lokale economie.

Ruimte om te ondernemen

De vraag naar bedrijventerreinen groeit en er is een tekort aan ruimte. Wij streven naar een efficiënter gebruik van bedrijfsgronden en gaan actief op zoek naar locaties waar bedrijven kunnen uitbreiden. Waar mogelijk worden voorschriften herzien om bijvoorbeeld meer hoogbouw te faciliteren op bedrijventerreinen.

We pakken leegstand aan. In overleg met eigenaars ijveren we voor een laagdrempelig aanbod aan handelspanden in de kern, met respect voor omgeving en inhoud.

Belasting op drijfkracht evalueren

We streven naar een eerlijke en transparante belastingheffing voor ondernemers. De belasting op

drijfkracht varieert momenteel per gemeente, maar een uniforme en nieuwe berekening is aan de orde.

Economische citymarketing en toerisme

We willen onze fusiegemeente met een duidelijk profiel op de kaart zetten en inzetten op citymarketing om de interesse voor bedrijven en toeristen in onze regio te verhogen.

De haven biedt kansen voor een breed aanbod aan internationale arbeidskrachten. We pleiten hierbij voor een soepel vergunningenbeleid voor het kortverblijf van werknemers. Dit maakt onze regio aantrekkelijker voor zowel bedrijven als werknemers.

Ook de nieuwe invulling van Doel kan onze toeristische aantrekkingskracht verder verhogen.

De gemeente als partner in de digitale ontwikkeling

Een gemeente heeft veel data in eigen beheer. Digitale data moet uiteraard goed bewaakt en beheerd worden met maximale bescherming van de privacy en vertrouwelijkheid. Maar deze data biedt echter in gebundelde vorm een schat aan informatie over vele beleidsdomeinen, inclusief trends, en laat toe om zaken dynamisch te sturen. Het gebruik van digitale data kan naast een gemeentebestuur tevens bedrijven en handelaars helpen om hun (marketing)strategieën te optimaliseren en zo hun producten en diensten beter af te stemmen op de klantvraag.

Het delen van digitale data tussen bedrijven kan ook leiden tot innovatieve samenwerkingen en nieuwe zakelijke kansen. Door digitale data te gebruiken om de lokale economie in Beveren te stimuleren, kunnen we zorgen voor meer werkgelegenheid en economische groei in de regio. De gemeente kan hier zeker een rol in spelen als katalysator, en kan daarbij ook haar eigen processen verbeteren.

Het is belangrijk dat de lokale overheid een solide strategie rond gebruik van digitale data opbouwt en dit beheert vanuit een performante infrastructuur en met competente partners. Ook dient de gemeente een strategie uit te werken om concepten te hebben om meer noodzakelijke data te verzamelen.

Voor mobiliteitsoplossingen (sturing van verkeersstromen en -lichten, beheer van parkeerplaatsen) investeren we in slimme sensoren in de openbare ruimte. Zo moet de burger vlottere verkeersstromen merken in normale situaties, maar zeker ook bij (complexe) wegwerkzaamheden, wat uiteindelijk iedereen ten goede komt.

Een kazerne als katalysator voor duurzame groei

We zoeken vanuit het gemeentebestuur in een positieve sfeer naar mogelijkheden van samenwerking met de legerkazerne in Burcht. Want een sterke basis zorgt voor werkgelegenheid, economische groeikansen en een sterkere verankering van Defensie in de gemeenschap. Ondernemingen in de regio kunnen profiteren van de vraag naar goederen en diensten door het legerpersoneel, waardoor we de economische activiteit en werkgelegenheid in de omgeving kunnen stimuleren.

We profileren ons als defensie-vriendelijke gemeente, aantrekkelijk voor toekomstige investeringen en uitbreidingen, om zo bij te dragen aan de nationale veiligheid en lokale welvaart. Met de fusie van onze gemeente ontstaat er een nieuwe dynamiek die ons de kans biedt om onze bestaande legerkazerne nog beter te integreren en te ondersteunen.

Land- en tuinbouw: een economische én toeristische troef

Landbouw en tuinbouw zijn onze belangrijke primaire economische sectoren en blijven de broodwinning voor vele gezinnen in onze gemeente. Daarnaast gaat de landbouw gepaard met prachtige en rustgevende landschapszichten, die toeristisch als beleving in de verschillende seizoenen zeer interessant zijn. De landbouwgronden vormen daarnaast een natuurlijke buffer voor hemelwater, welke functie in de toekomst enkel nog aan belang zal winnen.

N-VA ijvert voor wederzijds begrip en respect tussen de inwoners, de handelaars uit de woonkernen, de bedrijven met hun specifieke noden aan ruimte en transport, en de land- en tuinbouwers. Daarnaast is het prioritair om de open ruimte bestemd voor land- en tuinbouw veilig te stellen. In dat verhaal erkennen we de impact van onze beleidskeuzes op de beschikbare landbouwoppervlakte. Het pachten van publieke grond is namelijk vaak een cruciaal element. We moeten ijveren voor een duurzame strategie rond deze gronden.

We zetten in op een vlotte bereikbaarheid van het landbouwgebied, door een goede inrichting en beheer van de landelijke wegen in samenwerking met de lokale landbouwers, gekoppeld aan maatregelen tegen sluipverkeer.

Binnen het waterbeheer moeten we de grachten meermaals maaien zodat bij hevige en langdurige regenval het water vlotter kan wegvloeien. Bij het ruimen van deze grachten en beken moet de gemeente de geruimde specie opladen en afvoeren zodat dit niet langer op akkers en weilanden terechtkomt.

We promoten de land- en tuinbouw, onder meer via samenwerkingsprojecten met de lokale middenstand, scholen en verenigingen, en de uitbouw van toeristische routes. Daarbij zetten we in op de korte keten.

De lokale overheid moet vooral een betrouwbare partner worden van de landbouw. Een

landbouwer heeft een langetermijnperspectief nodig om duurzame keuzes te kunnen maken. Een lokale strategie in overleg met onze landbouwers kan hierin een belangrijke bijdrage leveren.

Dit programma biedt een sterke basis voor een gemeente waar ondernemerschap floreert en waar economische groei hand in hand gaat met duurzaamheid en innovatie.

N-VA gaat ten volle voor alternatieve en hernieuwbare energie. We onderzoeken opportuniteiten in energie-efficiëntie en passen die waar mogelijk toe in samenwerking met private partners.

Energieloket

We stimuleren een goede energieprestatie (EPC-EPB) bij vernieuwbouw en moedigen een energiezuinige renovatie aan door onder meer in te zetten op energieadvies, sensibilisering, groepsaankoop en wijkrenovatie. We richten een energieloket op waar je terecht kan met alle vragen rond energiepremies, energierenovaties en het vinden van een nieuwe (goedkopere) energieleverancier, het aanvragen van een energielening, …
Woon- en energieadvies worden zoveel mogelijk gebundeld en voorzien op één locatie.

We inventariseren potentiële locaties voor wind-, zonne- en waterenergie en stimuleren burgers en bedrijven om te investeren in zowel private als collectieve projecten. Zo gaat er specifieke aandacht naar begeleiding van eigenaarsverenigingen van appartementsgebouwen die zelf willen voorzien in zonnepanelen of hun dak ter beschikking willen stellen van investeerders hiervoor.

Eigen patrimonium

We brengen de energiebehoeften van onze gebouwen in kaart en voeren op korte termijn maatregelen uit die een snelle energiekostenbesparing opleveren.

Het gemeentelijk voertuigen- en machinepark wordt verder verkleind en we schakelen optimaal om naar elektrisch aangedreven voertuigen en machines.

De omvorming naar dimbare, tijdgestuurde en intelligente LED-verlichting op het gemeentelijk wegen- en fietspadennet wordt versneld. We maken een investeringsplan en -budget op om deze omschakeling sneller te realiseren. Op die manier verminderen we het energieverbruik, wat meteen ook zorgt voor een lagere energiefactuur én minder lichtvervuiling. Tegelijkertijd verbeteren we ook de zichtbaarheid op gevaarlijke kruispunten.

We stimuleren autodelen met hiervoor geschikte gemeentevoertuigen en versterken een fietsvriendelijk beleid voor het gemeentepersoneel.

Klimaatbedrijf – investeren samen met onze inwoners

Zo goed als alle lokale besturen onderschreven het burgemeestersconvenant 2030 en het lokaal energie en klimaatpact (LEKP). Dit duidt ten volle de lokale ambitie aan om tegen 2030 de uitstoot op het grondgebied te halveren en tegen 2050 volledig klimaatneutraal (=fossielvrij) te zijn.

We moeten energie als basisproduct betaalbaar houden en tegelijk Vlaanderen onafhankelijker maken van fossiele brandstoffen door te investeren in alternatieve en hernieuwbare energie.

Door zelf te investeren, zorgen we ervoor dat inkomsten uit die energieproductie terug naar ons vloeien wat nieuwe investeringen mogelijk zal maken.

Hierbij willen we samenwerken met de inwoners van onze gemeente. We onderzoeken de oprichting van een lokaal klimaatbedrijf waarvan inwoners een aandeel kunnen kopen en vervolgens kunnen meewerken aan de uitwerking van de doelstellingen en kunnen genieten van de opbrengst van de dividenden.

Mondiaal beleid

Visie

Op vele plaatsen in de wereld, zowel in het noorden, oosten als in het zuiden, zijn en ontstaan er conflictgebieden. We zijn van mening dat het belangrijk is om mensen ter plaatse te helpen. Mondiaal beleid blijft daarom een aandachtspunt, ook voor een gemeente. Mensen in nood trachten te helpen ter plaatse zonder ze te ontheemden is het uitgangspunt voor ons beleid.

Onze drie fuserende gemeenten hebben door de jaren heen steden- en gemeentenbanden opgebouwd met diverse zustersteden en -gemeenten. Wij zijn van oordeel dat dit een meerwaarde voor onze gemeente betekent en wensen deze te behouden en te onderhouden.

Acties

We blijven inzetten op mondiaal beleid waarbij we initieel samenwerken met de Wereldraad Beveren, de Mondiale Raad van Kruibeke en de Derde Wereldraad van Zwijndrecht. Op termijn willen we dat er één mondiale raad voor de fusiegemeente wordt opgericht. Hiervoor wordt binnen de administratie gepaste ondersteuning voorzien door het blijven ter beschikking stellen van een ambtenaar mondiaal beleid.

Via het mondiaal beleid zetten we in op een duurzame en internationale solidariteit waarbij we de bewustmaking van de globale verbondenheid tussen alle mensen stimuleren.

Als welvarende gemeente kunnen en moeten we een budget blijven voorzien ter ondersteuning van de acties die worden uitgewerkt onder de vleugels van de mondiale raad. We bekijken hiervoor binnen de opmaak van de meerjarenplanning wat een realistisch budget is. Dit budget dient te worden aangewend voor noodhulp enerzijds en ter ondersteuning van de 4-pijler organisaties die werkzaam zijn onder de vleugels van de mondiale raad.

We zetten ons in om het label van de Fairtrade of Faire gemeente te behouden samen met de wereldwinkels.

Dierenwelzijn

Visie

We zijn ervan overtuigd dat dieren een belangrijke rol spelen in onze samenleving, ongeacht of dit boerderij-, huisdieren of dieren in de vrije natuur betreft. Het belang van dierenwelzijn is dan ook een belangrijk aandachtspunt. Net zoals bij mensen is het een evidentie de levenskwaliteit van deze dieren te bewaken of te verbeteren.

Zoals mensen op een respectvolle manier met elkaar moeten omgaan, geldt datzelfde ook in de relatie tussen mens en dier.

Acties

We blijven binnen ons bestuur de nodige aandacht besteden aan dierenwelzijn, waarbij binnen de gemeentelijke administratie de nodige expertise nog wordt uitgediept en er binnen het bestuur een schepen van dierenwelzijn wordt aangeduid. Om meldingen van mogelijke problemen rond dierenwelzijn of -verwaarlozing zo eenvoudig mogelijk te maken, voegen we deze categorie toe aan het digitale gemeentelijke meldpunt.

Binnen de gemeentelijke dienst milieu en de bevoegde adviesraad zal de nodige aandacht worden besteed aan dierenwelzijn onder meer door het organiseren op regelmatige tijdstippen van publieke informatiemomenten omtrent dierenwelzijn. Om dit op poten te zetten zal er een

actieplan dierenwelzijn worden opgemaakt. Het is van belang dat er wordt gesensibiliseerd zowel bij volwassenen als bij kinderen om bewust en verantwoordelijk te leren omgaan met dieren.

Handhaving omtrent dierenwelzijn is prioritair. Binnen de nieuwe politiezone wordt hieraan de nodige aandacht besteed door een deskundige dierenwelzijn aan te stellen overeenkomstig de nieuwe Vlaamse codex dierenwelzijn. Wijkagenten worden gesensibiliseerd om preventief mogelijke problematische situaties in kaart te brengen.

Elke deelgemeente heeft nood aan een eigen hondenlosloopweide. Daar waar deze nog niet aanwezig is, voorzien we in de komende bestuursperiode een nieuwe kwalitatieve weide.

We nemen een initiatief rond Werelddierendag om op een speelse manier de huisdieren in beeld te brengen.

Voor een warm en sociaal beleid waarbij iedereen meetelt … met rechten en plichten.

Visie

N-VA pleit voor een samenleving waarin iedereen meetelt en niemand wordt uitgesloten. We streven naar een beleid dat gebaseerd is op nabijheid, toegankelijkheid en laagdrempeligheid van sociale dienstverlening. Onze acties focussen zich op armoede bestrijden, maatschappelijke kwetsbaarheid verminderen en gelijke kansen bevorderen.

Deze dienstverlening en steun veronderstelt openheid en engagement in het begeleidingstraject. Begeleiding aanvaarden en inspanningen leveren in het leren van het Nederlands en het leren kennen van onze samenleving. Alsook het zoeken naar een gepaste woonoplossing en het aanhoudend zoeken naar werk en opleidingen om zo maximaal op eigen benen te kunnen staan.

Het lokale niveau staat het dichtst bij de mensen en is vaak het best geplaatst om een antwoord te formuleren op hun noden. Het lokaal bestuur staat ten dienste van alle inwoners met bijzondere aandacht voor die inwoners die zich op één of andere manier in een kwetsbare positie bevinden. Daarnaast zetten we in op eerstelijnsondersteuning om ziekenhuizen en spoeddiensten te ontlasten en om de afstand voor de burger te verkleinen.

We geloven dat een goede kennis van het Nederlands, de basiskennis van onze Vlaamse cultuur en de waarden en normen van onze samenleving essentieel is om gelijke kansen te kunnen bieden aan iedereen.

In het streven naar maatschappelijke weerbaarheid, voeren we een warm en sociaal beleid waarbij iedereen meetelt. We pakken de armoede aan door samen te werken met organisaties uit de welzijnssector, scholen, kinderdagverblijven, jeugd- en sportverenigingen en andere actoren. We detecteren samen met hen probleemsituaties, sensibiliseren de mensen en zetten concrete hulpverlening op gang.

Onze visie op armoede is gebaseerd op het bieden van perspectief en een betere toekomst. We beëindigen de armoedespiraal door mensen te ondersteunen vanuit hun eigen krachten en mogelijkheden. We streven naar een samenleving waarin iedereen meetelt en waarbij armoede en eenzaamheid op verschillende niveaus wordt bestreden.

Concrete maatregelen

Armoede bestrijden, maatschappelijke kwetsbaarheid verminderen en gelijke kansen bevorderen.

De kern van het sociale beleid vormt de tijdelijke steun. De sociale bijstand bestaat enerzijds uit de federale financiële steun zoals het leefloon met alle aanvullende steunmogelijkheden, en anderzijds uit het ondersteunen in het zoeken naar alle sociale maatregelen waar men op de verschillende bestuursniveaus recht op heeft. Daarnaast zetten we in op aanvullingen op het gezinsbudget rekening houdend met referentiebudgetten. Een lopend pilootproject doet ons wel de voordelen van een objectieve beoordeling inzien. Maar vooraleer we dit duurzaam in ons gemeentelijk sociaal beleid inbedden, willen we nog een aantal aanpassingen aan het systeem aanbrengen.

Voorts biedt het OCMW niet-financiële steun zoals voedselpakketten, eerste leeftijdsmelk voor pasgeborenen, hygiënische producten, juridische begeleiding, schuldhulpverlening, budgetbegeleiding, en doorverwijzing naar Collectieve Schuldenregeling. Verder worden de rechten op een medisch kaartje en participatiekaarten voor deelname aan het sociaal leven (zoals de UiTPAS Reynaert) opgevolgd.

Alle lokale steunmaatregelen worden toegekend zolang er recht op is, en op voorwaarde dat de plichten uit de op maat gemaakte begeleiding degelijk gevolgd worden.

Nabijheid, toegankelijkheid en laagdrempeligheid van de sociale dienstverlening.

We zetten onze schouders onder de ontwikkeling van geïntegreerde zorgsites die geografisch mooi verspreid liggen over onze deelgemeenten. Zorg via Dienstencentra, beschikbaarheid van serviceflats, opvang voor mensen met een beperking, kinderopvang, een sociaal restaurant, inloophuizen, ... De gemeente neemt hier een coördinerende rol op zich en kantelt maximaal haar

nieuwe initiatieven in dergelijke verbindende concepten.

Het Sociaal Huis binnen het OCMW en de Huizen van het Kind zijn de aanspreekpunten voor alle zorgbehoeften binnen onze gemeente en zetten concrete acties op in de strijd tegen kinderarmoede.

Verdere uitbouw van Zorgpunt Waas met hoge kwaliteitsstandaarden en een professioneel management. We streven naar een optimale bezetting van de woonzorgcentra. Daarbij bekijken we de haalbaarheid van het uitbreiden van woonoplossingen voor mensen met (jong)dementie. Ook willen we de haalbaarheid van het oprichten van een eigen Dementiehuis onderzoeken.

We zetten primair in op een sterke eerstelijns ondersteuning (ontlasting ziekenhuizen/ spoeddienst) en promoten het oproepnummer “1733”. Dit zowel voor medische, paramedische als psychologische zorg.

We stimuleren thuiszorg door het inzetten van bijvoorbeeld een senioren- en thuiszorgconsulent zodat zorgbehoevenden zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en daar verzorgd kunnen worden en/of na een behandeling sneller naar huis kunnen terugkeren.

Ook mantelzorg als ondersteuning voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door familieleden, vrienden, kennissen en buren willen we met een passende mantelzorgpremie waarderen en stimuleren.

We houden rekening met adviezen van seniorenraden, jeugdraden, inclusieraden en armoedeorganisaties. In belangrijke vraagstukken kan het beleid beroep doen op participatie en bevragingen binnen de doelgroepen.

Specifieke doelgroepen vereisen een ander of sterker engagement van en naar het beleid.

Onze senioren verdienen ondersteuning die aangepast is aan hun noden. We erkennen het probleem van armoede bij ouderen en zetten hier verder middelen op in. We ijveren voor een kwaliteitsvol leven op alle vlakken in al onze woonzorgcentra. Ook evalueren we de specifieke opschaling van de inzet van senioren-zorgcoördinatoren. Naast zorg - en woonnoden zetten deze coördinatoren ook in op het bestrijden van eenzaamheid. Dit beleidsdomein wordt versterkt door de ontwikkeling van activiteiten in en rond dorpshuizen, ontmoetingscentra en sociale restaurants. Maar ook het rijkgevulde verenigingsleven kan hiertoe een bijdrage leveren.

Voor jonge ouders en hun kinderen is een specifieke begeleiding nodig. Maar vooral voldoende aanbod aan kwalitatieve en betaalbare plaatsen in de kinderopvang is daarbij essentieel. Plaatsen in de private kinderopvang zijn primair, maar ook als gemeente investeren we hier in en zullen we samen met partners verder alle nodige initiatieven nemen om het aanbod op de noden af te stemmen. De kosten voor de kinderopvang worden volgens het gezinsinkomen aangepast, zodat werken niet financieel ontmoedigd wordt.

Voor anderstaligen bieden we op vlak van taalontwikkeling van het Nederlands verder de lokale initiatieven aan zoals Babbelonië, Babbelplus/Taalbabbel, of “den Babbel”, en zoeken naar synergieën om het aanbod verder te versterken. Binnen het kader van culturele integratie bieden we buddywerking aan om de integratie en algemene ondersteuning vorm te geven. We stimuleren verder de ouderlijke verantwoordelijkheid door ouders aan te moedigen om hun kinderen thuis kennis te laten maken met de Nederlandse taal en te streven naar stiptheid en verplichte aanwezigheid op school.

We zorgen voor opvang van daklozen via noodwoningen en het verder intensief begeleiden zoals o.a. via de nieuwe minimale comfortwoningen in Beveren. Voor de uitstroom uit de noodopvangsystemen blijven we inzetten op de goede samenwerking met de sociale woningmaatschappij Woonpunt Waas.

We nemen initiatieven tegen energie- en waterarmoede en zetten in op het beschermen van kinderen in precaire thuissituaties.

Het begeleiden van onze OCMW cliënten met een complexer zorgbeeld gaat steeds vaker gepaard met moeilijkheden om een baan te vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Daarom zetten we in op de lopende tewerkstellingsprojecten, zoals de Beverse Werklift, het Wijk-werken en bouwen we continu verder aan nieuwe samenwerkingen met VDAB en andere diensten. Wie zijn weg nog zoekt, wordt actief begeleid naar zinvol inzetten in gemeenschapsdienst en vrijwilligerswerk. Ook zetten we versterkt in op mensen met een beperking en sociale tewerkstellingsprojecten.

Inzetten op uniformiteit en de specifieke noden van onze deelgemeenten.

We stemmen het beleid van de drie fusiepartners op elkaar af, en verzekeren een uniforme beoordeling van de sociale dossiers binnen het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst.

We zetten blijvend in op kwetsbare woongemeenschappen in bepaalde wijken. Daartoe voegen we de expertise van specifieke projecten en een buurtgerichte aanpak in de fusiegemeente bij elkaar. Een goed voorbeeld is het werken met brugfiguren, die het contact tussen de inwoners en de scholen en verenigingen ondersteunt en helpt bij het eerste contact. Zo proberen we de cirkel in de armoedeproblematiek te doorbreken. 

Wat voorafging:

Doel, oorspronkelijk een bloeiend dorp, is door de jaren heen geconfronteerd met de dreiging van uitbreiding van de Antwerpse haven. Dit heeft geleid tot een erg trieste en onzekere periode voor de inwoners, geleidelijke ontvolking, verlaten en verwaarloosde woningen, vandalisme, en verwaarloosde straten als gevolg.

Bij de verkiezingen van 2018 waren er nog plannen om over Doel het Saefthinge-dok aan te leggen. Ondertussen is er veel veranderd: minister Ben Weyts (N-VA) lanceerde een omvangrijk plan dat het voortbestaan van Doel garandeert en dat werd goedgekeurd door de Vlaamse regering.

Vlaanderen besliste geen tweede dok te realiseren dat rechtstreeks in de Schelde uitmondt, maar wel een nieuw dok dat zijn toegang krijgt door een aftakking aan het bestaande Deurganckdok. Deze oplossing zorgt er niet alleen voor dat we onze huidige onderwaternatuur in de Schelde beschermen - zoals opgelegd door de Europese wetgeving- maar ook dat Doel kan blijven bestaan.

Ondanks de vele bedreigingen tijdens de onzekere periode behield Doel zijn charme met historische gebouwen, smalle straatjes, een uniek stratenpatroon en een schitterende ligging aan de Schelde.

De herontwikkeling van Doel biedt een kans om deze geschiedenis nieuw leven in te blazen die we niet mogen missen.

Doel aan de Schelde: Een kans om een historisch dorp te transformeren

Doel aan de Schelde, heeft naast de haven, de natuurgebieden en polders een unieke kans om zichzelf opnieuw uit te vinden. Gelegen in een regio met zowel een rijke geschiedenis als een adembenemende natuurlijke omgeving, heeft Doel alle ingrediënten om een uitzonderlijke bestemming te worden voor zowel permanente bewoning, vakantiewoningen als zachte recreatie met kunst- en erfgoedbeleving.

We gaan resoluut voor een nieuw begin voor Doel. Want het herontwikkelen van deze plaats biedt een zeldzame kans om een dorp met een rijke geschiedenis en unieke ligging nieuw leven in te blazen. Door te investeren in woningbouw, infrastructuur, en toeristische voorzieningen, kan Doel transformeren tot een bloeiende gemeenschap en een populaire bestemming aan de Schelde. De juiste balans tussen behoud van historisch erfgoed en moderne ontwikkeling zal de sleutel zijn tot het succes van dit ambitieuze project.

De grondige renovatie van de jachthaven die volop aan de gang is, zal Doel positioneren als een trekpleister voor watersportliefhebbers. Een jachthaven met moderne voorzieningen, gecombineerd met het historische en natuurlijke erfgoed van Doel, zal het dorp onderscheiden van andere bestemmingen in de regio.

Zo kan Doel, na jaren van onzekerheid, eindelijk een nieuwe toekomst tegemoet zien en zijn plaats innemen als een parel aan de Schelde.

Acties

Voor een gemeentebestuur dat het initiatief zal nemen

Bij de ontwikkeling van dit complexe dossier zijn vele partners betrokken. Wij zullen als lokale overheid de trekker worden van de heropstanding en herontwikkeling van Doel. In nauwe samenwerking met alle partners zoeken we naar oplossingen die op korte, middellange en lange termijn Doel nieuw leven inblazen. N-VA zorgt dat er een schepen met de bevoegdheid voor Doel komt. Een schepen die alles coördineert en opvolgt en die Doel belangrijk vindt. Want Doel is een te mooie kans om te laten verwateren. In de uitwerking van de visie rond het grensoverschrijdend Grenspark Groot Saeftinghe zal Doel, als het van ons afhangt, een cruciale rol spelen. Dit uniek landschap wordt een enorme troef voor toerisme en zachte recreatie waar gans onze gemeenschap van kan genieten.

Een duidelijk grondenbeleid als basis voor duurzame ontwikkeling

We vragen consequent te handelen inzake de wederinkoopmogelijkheid van de woningen door de vorige eigenaars. Indien niet iedereen recht zou hebben op wederinkoop, dan betekent het consequent dat de meeste woningen (eigendom van de overheid) verkocht kunnen worden. De netto-opbrengst hiervan (mits aftrek van de gemaakte kosten sinds verwerving) plaatsen we in een fonds voor de heropleving van Doel.

We willen vooral inzetten op de privé-sector voor de heropbouw of renovatie van de woningen en gebouwen.

We staan klaar om snel een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken met duidelijke bouwvoorschriften. Deze voorschriften moeten ervoor zorgen dat Doel ruimtelijke kwaliteiten krijgt die uitgaan van de sterktes uit het verleden.

Om speculatie tegen te gaan en sneller resultaat te boeken, willen we dat kopers binnen een bepaalde periode de nodige werken aanvangen en beëindigen. Tegelijkertijd willen we in dit gebied vertuining van het agrarisch gebied tegengaan. We zorgen ervoor dat Vlaanderen ons in dit

alles steunt. Dit RUP moet ook dienen om in samenspraak met de gebruikers het landschap te versterken.

Aandacht voor het kostbare erfgoed

Erfgoed is een belangrijk gegeven in Doel en ommeland. De nodige stimuleringsmaatregelen worden voorzien zodat de panden hun waarde kunnen behouden. Het is perfect mogelijk om vanuit de overheid huizen met erfgoedwaarde, die niet onder wederinkoop vallen, te verkopen onder de voorwaarde dat men rekening houdt met de erfgoedkenmerken.

Via een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) zonevreemde gebouwen zorgen we ervoor dat waardevolle panden/boerderijen in de polder privaat kunnen verkocht worden en een functiewijziging krijgen. Ook hier kan rekening gehouden worden met de erfgoedwaarde. Ondertussen beschikken we over een uitgebreide erfgoedstudie “Doel en Ommeland”. Deze studie bezorgt ons belangrijke gegevens over alle waardevolle panden.

We hebben trouwens niet stilgezeten en zullen ons werk voortzetten:

• De Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) heeft reeds de financiering voor de molen van Doel voorzien. De voorbereidende studies hiervoor zijn bezig. Dit betekent dat de molen grondig gerestaureerd wordt en verplaatst wordt bovenop de dijk.
• Tevens investeert MLSO in grote mate, maar samen met de gemeente, in de brasserie in Doel naast de molen. De brasserie wordt een nieuw prachtig gebouw met zicht op de Schelde.
• Ondertussen werd ook de restauratie van het beschermde Hooghuis gestart. Dit wordt gefinancierd vanuit Vlaanderen, met name door het departement Erfgoed onder leiding van minister Matthias Diependaele (N-VA).
• Ook de complete renovatie van de haven van Doel wordt door Vlaanderen betaald.

Al deze zaken zijn voorzien in de afspraken rond het project Extra Containercapaciteit Antwerpen (ECA). Dit is noodzakelijk, maar voor ons meteen ook de laatste uitbreiding van de haven op ons grondgebied.

N-VA zet zich ook verder in voor de realisatie van een Kogge museum in samenwerking met Vlaanderen en hopelijk ook met de provincie. Indien we hierin slagen, dan wordt Doel een unicum in Vlaanderen. Ondertussen werden een aantal studies gemaakt rond de Kogge door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het resultaat daarvan is het scenario waarin het klooster van Doel een cruciale rol speelt, en een functie zou krijgen van onder meer onthaal, verblijf, tentoonstellingsruimtes, vergaderruimtes en dergelijke. ’’Het Kogge museum” zou dan in de tuin van het klooster komen. Een ontwikkeling en voorstel dat we volledig onderschrijven.

Verbindingsmogelijkheden en bereikbaarheid

Een cruciale factor om van Doel een succesverhaal te maken is een betere bereikbaarheid. De toezegging door de Vlaamse regering van de integratie van Doel in het netwerk van de waterbus is daarom erg belangrijk. Voor de nieuwe steiger aan de Schelde zijn er ook duidelijke afspraken gemaakt in het kader van de Waterbus. Die moet gerealiseerd worden tegen ten laatste 2026. Hierdoor krijgen we een directe en milieuvriendelijke verbinding met Kruibeke en Zwijndrecht, en met andere omliggende steden en gemeenten. Dit maakt het dorp aantrekkelijker voor zowel woon-werkverkeer als toerisme en zachte recreatie. Met de fiets op de boot om daarna te genieten van fietsverbindingen en wandelroutes in de uitgestrekte omgeving. Hierin ligt ook het Grenspark Groot Saeftinghe, dat momenteel in volle ontwikkeling is.

Visie op de openbare ruimte

Het openbaar terrein moet mooier en aangenamer gemaakt worden en als ontmoetingsplaats dienen voor meer sociaal leven in wijken en dorpen.

Mensen die minder goed ter been zijn, moeten op regelmatige afstanden even kunnen zitten. Om daar even een gesprek met een dorpsgenoot aan te knopen, of een kennis op een uitnodigende bank tegen te komen. Of om even te genieten van wat zonneschijn. Het openbaar terrein moet meer een ontmoetingsplaats worden. Daarom voorzien we in gans de gemeente minimum 500 rustpunten extra onder de vorm van banken, picknick tafels,... en dat naast toegankelijke voetpaden, op de pleinen of langs mooie wandel- en fietsroutes. Voor mensen en ouderen die minder mobiel zijn, is dit een ideaal “hulpmiddel” om meer te bewegen of gewoon zelfstandig zonder zorgen boodschappen te kunnen doen.

Voorwaarde is natuurlijk dat alle voetpaden en fietspaden er perfect bijliggen. Het spreekt voor zich dat we daartoe voor minder mobiele mensen en rolstoelgebruikers de nodige aanpassingen aan de openbare ruimte doorvoeren.

Bij het begin van de nieuwe bestuursperiode wordt een lijst opgemaakt van wanneer en welke straten en wijken worden aangepakt en die lijst wordt kenbaar gemaakt aan de bevolking.

We zetten ons absoluut in voor deze basistaak. Naast de centrale sturing van de openbare ruimte zetten we ook sterk in op lokale dorpsteams. Deze zorgen voor een propere, veilige en uitnodigende omgeving en zijn het eerste aanspreekpunt voor de inwoners in hun eigen dorp.

Aanpak

Dorpsteams voor netheid en groenonderhoud.

We willen dat het openbaar domein in onze gemeente er steeds goed onderhouden en proper bijligt. Kleine gebreken aan straten en pleinen worden snel hersteld, zodat de betrokken straat of plein opnieuw een piekfijn uitzicht krijgt en veilig kan gebruikt worden. Wij willen een omgeving zonder zwerfvuil en garanderen snelle oplossingen bij meldingen.

Schaalvergroting heeft heel wat voordelen, decentralisatie is er daar één van. Een methode om een gemeente proper te houden door er eenmaal per maand eens door te vliegen kan niet op tegen een methode van permanent onderhoud door vaste teams die het dorp kennen en direct aanspreekbaar zijn. Daarom installeren we een vast en goed aanspreekbaar dorpsteam per deelgemeente.

Deze vaste dorpsteams bestaan uit de wijkagent(en), administratieve medewerkers en arbeiders voor onder andere het dagdagelijkse onderhoud van groen, straten, verlichting, voet- en fietspaden. Elk team zet zich in voor een veilige en leefbare omgeving en staat direct in contact met de bewoners en de overkoepelende diensten. Voordeel van vaste teams is dat ze verantwoordelijk zijn voor hun dorp en dat de mensen weten wie ze zijn, dat ze aanspreekbaar zijn. De mensen van het onderhoud zijn samen met de wijkagenten “de ogen en de oren” van de gemeente. Ofwel lossen ze de problemen meteen zelf op, ofwel zorgen ze ervoor dat ze opgevolgd worden tot ze zijn opgelost. De vaste arbeiders staan ook in voor het onderhoud van de kerkhoven en voor het groen van het dorp. Ze worden ondersteund door de technische dienst en groendienst voor grotere onderhoudswerken en door de veegwagen voor regelmatige schoonmaak van straten en fietspaden.

Zwerfvuil en hondenpoep worden aangepakt, want deze vormen van overlast zijn voor ons onaanvaardbaar. Wie niet horen wil, moet voelen. Zo worden de vervuilers actief opgespoord en waar mogelijk gesanctioneerd.

Daarnaast moedigen we vrijwilligers aan om mee te werken bij het opruimen van zwerfvuil langs onze wegen. Dit kan op eigen initiatief, met de nodige ondersteuning, of dit kadert in buurt- of verenigingsprojecten waarbij de dorpsteams de regie van de actie kunnen ondersteunen.

Ongetwijfeld zijn er ook mensen die mits de nodige ondersteuning willen helpen om bijvoorbeeld de plantvakken van bomen te onderhouden in hun straat. Ook dit kunnen de teams coördineren.

Er worden voor deze nieuwe aanpak meer mensen aangeworven. De organisatie voor het onderhoud wordt omgevormd. De teams worden goed uitgerust met de nodige hulpmiddelen.

Beeldkwaliteitsplan en verdichtingsstudie voor elke deelgemeente.

Een beeldkwaliteitsplan (BKP) schetst een ideaalbeeld van een aantrekkelijke omgeving, waarnaar de bebouwing en de inrichting van de publieke ruimte op termijn dient te evolueren. Straatmeubilair, verlichting, bomen, kortom de inrichting van de publieke ruimte, moet herkenbaarder en harmonieuzer. Maar beeldkwaliteit wordt door meer bepaald dan louter door de aanleg en aankleding van het openbaar domein. De bebouwing, als afbakening van de publieke ruimte, is door vorm en functies evenzeer bepalend voor de beleving en appreciatie van de bebouwde omgeving. Vooral in het kader van verdichting is het wenselijk te groeien naar een nieuwe homogeniteit, een samenhangend beeld en een sterke ruimtelijke kwaliteit.

We hebben de ambitie om van onze (deel)gemeente(n) een veilige, mooie en gezellige omgeving te maken waarop elke inwoner fier kan zijn.

In het BKP kunnen ook richtlijnen voor de aanleg van wegen en groen worden uitgewerkt. Zo kan men de eenheid in het straatbeeld bewaken en komen tot een meer leesbare omgeving, bijvoorbeeld afhankelijk van de geldende snelheidsregimes in het verkeer. Op die manier zal het ontwerp leiden tot een logisch en visueel aantrekkelijk geheel. Een BKP zet ook in op de kwaliteit van de (hedendaagse) architectuur en met respect voor erfgoed.

Het BKP is een beleidskader, een toetsingskader en een instrument voor architect of ontwikkelaar om tot een waardevol project te komen. Het bepaalt samen met een stedenbouwkundige verordening, een ruimtelijk uitvoeringsplan verdichting en de inventaris bouwkundig erfgoed de krijtlijnen voor projecten. Met het BKP willen we ook een samenhangende architectuur stimuleren en kansen bieden voor slimme verdichting, voor ontharding en voor vergroening van de omgeving.

Het BKP wordt per deelgemeente opgemaakt. We vertrekken van de bestaande omgeving, eigenheid, lokale wortels, leefbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. We willen met dit plan verrassen met voorstellen en zo de inwoners uitnodigen om in dialoog te gaan over de verbetering van hun eigen omgeving. Dit alles uitgaande van de charme en eigenheid van een dorp en zijn omgeving. Ook willen we aanzetten om na te denken over de kwaliteiten en de mogelijkheden van een stedelijke of bebouwde omgeving.

N-VA wil duidelijk aan het werk met beide plannen en deze uitbreiden over gans de gemeente en

daarvoor de nodige middelen in de begroting voorzien. Dit zal immers leiden tot een mooiere gemeente, tot een meerwaarde van de omgeving en wat in die omgeving gebouwd kan worden. Door middel van een toekomstgericht beeldkwaliteitsplan en een passende verdichtingsstudie willen we de identiteit van elke (deel)gemeente(n) versterken.

De inwoners van elke deelgemeente werden of worden uitgenodigd op lokale inspraaksessies. Eens de plannen in een eerste fase uitgewerkt zijn, zullen de nodige besluiten op een tweede moment aan de bevolking voorgelegd worden. Daarna en op basis van de goedgekeurde plannen wordt een concreet actieplan opgemaakt.

Versterking van landschap en open ruimte.

We versterken de open ruimte waaraan onze gemeente letterlijk en figuurlijk rijk is. Waarbij we de verrommeling zoveel mogelijk wegwerken, en de landschappen en open ruimte versterken met respect voor zijn gebruikers. Hierbij hebben we uiteraard ook oog voor de unieke waarde van het landschap en voor het aanwezige erfgoed.

In afwachting van de uitwerking van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan ontwikkelen we een allesomvattend ruimtelijk uitvoeringsplan voor de niet-bebouwde ruimte en de ruimte rond onze dorpen. Een plan met richtlijnen voor zonevreemde gebouwen (of zone-eigen boerderijen die een functiewijziging naar zone-vreemd wensen). We pleiten sterk bij de Vlaamse overheid om hun beleid op dit vlak aan te passen, waardoor landbouwers die wensen te stoppen de mogelijkheid krijgen om hun bedrijfsgebouwen en woning toch te kunnen verkopen.

Met dit plan willen we ook de vertuining van het agrarisch gebied tegengaan. Er wordt in samenspraak met de sector gezocht naar (deel)oplossingen voor de waterproblematiek die zich meer en meer stelt. En we versterken het landschap door de herwaardering of nieuwe realisatie van dijken en hun bomenrijen.

Visie

N-VA staat op elk bestuursniveau voor een gedegen financieel beleid. Ook voor het gemeentebestuur zal dat wat ons betreft gegarandeerd worden. Belastingen zijn daarbij geen doel op zich maar een middel om een beleid te voeren.

We geloven niet in een gratis beleid. Ofwel betaalt de begunstigde de rekening, ofwel wordt ze betaald door elke belastingbetaler. De bevolking verwacht van de gemeentelijke overheid dat tal van initiatieven worden genomen die de leefbaarheid in de gemeente ten goede komen, zoals bijvoorbeeld het onderhoud van riolering en de inrichting van straten om de veiligheid van zwakke weggebruikers te verbeteren, de uitbouw van jeugd-, sport- en cultuurinfrastructuur, tussenkomsten in openbaar vervoer, en noem maar op.

We weten dat er nogal wat verwachtingen zijn bij de inwoners om alle deelgemeenten zo snel mogelijk op een evenwaardig uitrustingsniveau op vlak van infrastructuur te brengen. Dit zal ook gebeuren op basis van een langetermijnplanning gespreid over minstens twee bestuursperiodes.

We gaan duurzaam investeren. Voor investeringen betekent duurzaam vooral onderhoudsvriendelijk, energiebesparend, kwaliteitsvol en tijdloos.

We zetten sterk in op de basistaken van een gemeente: goed onderhouden wegen, fiets- en voetpaden. Daarnaast gaan we investeren in de beeldkwaliteit van onze gemeente. Onze gemeente zal mooier worden, aangepast worden aan nieuwe inzichten rond klimaat, ontharding en vergroening. Dat komt iedereen ten goede en zorgt voor meerwaarde van eigendom/woning en verbetert ieders woonomgeving. De schaalvergroting laat ons toe om een sterk en efficiënt personeelsbeleid te voeren, met extra kansen voor iedereen.

We zijn voorstander van sterke investeringen in zinvolle projecten binnen de grenzen van de financiële draagkracht. We stellen alle budgetten in vraag bij het begin van de volgende bestuursperiode. Dit niet alleen naar grootte van de budgetten maar ook naar verdeling en doelstelling. Een grondige evaluatie dringt zich op met aandacht voor nieuwe noden.

De globale gemeentelijke belastingdruk op het einde van de komende legislatuur zal onder het Vlaams gemiddelde liggen. Kortom, we springen verantwoord om met het geld van de burger.

Voorstellen

Alle uitgaven worden grondig bekeken bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode:

• Bestaande projecten worden geëvalueerd op hun nut en noodzaak, en worden bijgestuurd waar nodig;
• Sluipende budgetindexeringen moeten worden gestopt. Jaar per jaar dient elke voortdurende opdracht op zijn nut, efficiëntie en financiële kost te worden geëvalueerd;
• Grote projecten en investeringen worden gespreid in de toekomst. We gaan hiervoor een meerjarenplanning opmaken die loopt over twee bestuursperiodes;
• Subsidiemogelijkheden en publiek-private samenwerking worden optimaal benut;
• Groepsaankopen kunnen bijdragen tot een daling van de financiële lasten van de inwoners.

De grootste inkomsten worden gegenereerd uit volgende belastingen:

• De personenbelasting: deze wordt maximaal 5% zodat onze dotatie uit het Vlaamse gemeentefonds maximaal wordt uitbetaald. We moeten erover waken dat de inwoners geen Vlaams belastinggeld verliezen waar ze wel recht op hebben.
• De onroerende voorheffing: we onderzoeken de mogelijkheden op vlak van differentiëren van de heffing tussen inwoners, KMO’s en grote industriële bedrijven. Zodat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. We bekijken tevens op welke manier we in de aanslagvoet correcties kunnen doen voor alleenstaanden die met 1 inkomen alle kosten moeten dragen.
• De belasting op drijfkracht: we onderzoeken een verdere differentiatie tussen de lokale zelfstandige ondernemers, de kleinere KMO’s en de grote industriële fabrieken.
• Elke inwoner betaalt via zijn waterfactuur een gemeentelijke saneringsbijdrage als bijdrage in de kosten van het rioleringsnetwerk. N-VA onderzoekt op welke manier deze belasting kan worden gedifferentieerd.

We onderzoeken of het oprichten van een Autonoom Gemeentebedrijf of het uitbreiden van het autonoom bedrijf van Kruibeke een meerwaarde kan betekenen voor onze gemeente op financieel vlak en/of functioneel vlak. Dit kan een oplossing bieden voor de continuïteit van de werking van Ibogem.

Er zijn verschillen in de huidige gemeenten over de uitbesteding van verschillende taken. Het spreekt voor zich dat we hierover een grondige evaluatie maken en voor de beste oplossing gaan kiezen voor onze nieuwe gemeente.

Leegstaande gebouwen in eigendom van de gemeente en zonder zinvolle bestemming zullen verkocht worden.

Onze doelstelling is om met een minimum aan middelen een maximale dienstverlening te geven.
Op het einde van de bestuursperiode zullen we op alle vlakken een gezonde financiële situatie voorleggen voor de bestuurders van de volgende 6 jaar.

Visie

Voor ouders is het steeds moeilijker om gezin en werk te combineren. Jonge gezinnen zijn in de maatschappij van vandaag haast verplicht om met twee te gaan werken om rond te komen. De zorg voor de kinderen met betrekking tot opvang, voor- en naschools en in de vakanties, is net daarom geen evidentie. Daarbij komt ook nog de praktische organisatie rond buitenschoolse activiteiten.

Onderwijs is een van de hoekstenen van onze samenleving. Kwalitatief hoogstaand onderwijs zorgt voor goed opgeleide burgers die kunnen bijdragen aan onze maatschappij. Bijgevolg is het van essentieel belang dat we blijven investeren in taalbeleid, capaciteit en infrastructuur, veiligheid, kinder- en jeugdopvang, en het verminderen van overlast aan de scholen. Door deze aspecten te verbeteren, kunnen we een veilige, inclusieve en stimulerende leeromgeving creëren waarin alle kinderen en jongeren, en het onderwijzend personeel, zich thuis voelen.

Op vlak van kinderopvang moet de gemeente voldoende lokale en betaalbare kinderopvang mogelijkheden voorzien. Opvang voor (jonge) kinderen moet verzekerd zijn, want we willen ouders de kans geven om gezin, zorg en werk beter te kunnen combineren. Dit kan de lokale gemeenschap enkel maar ten goede komen. De kinderen zelf leren met elkaar spelen en ervaren dat zij deel uitmaken van een grotere gemeenschap. Het is goed dat de opvang zo dicht mogelijk in de eigen omgeving georganiseerd wordt.

Ook kinderen met een beperking verdienen voldoende kwalitatieve opvang. Zowel het aanbod als de financiering zijn op dit moment ontoereikend. Verder willen we de samenwerking met sportverenigingen die een G-tak aanbieden versterken en hen daarin ondersteunen.

Binnen het kleuter en lager onderwijs werd in Beveren en in Kruibeke geïnvesteerd in gemeentelijk onderwijs. We willen dit zo behouden en deze scholen blijven ondersteunen zodat ze zich in de toekomst verder kunnen professionaliseren met het oog op een kwaliteitsvol en performant onderwijs. Verder is de communicatie met het onderwijzend personeel van groot belang. De gemeente heeft hier een belangrijke faciliterende rol in.

Onderwijs speelt immers een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het biedt niet alleen kennis en vaardigheden, maar draagt ook bij aan hun sociale en emotionele groei. Een belangrijke opdracht van het onderwijs is hierbij het voeren van een krachtig taalbeleid.

In de komende bestuursperiode willen we voor de scholen die nog niet over voldoende capaciteit en infrastructuur beschikken de nodige financiële middelen ter beschikking stellen. Verder willen we een degelijke en uitgebreide kinder- en vakantieopvang organiseren.

Een voldoende breed aanbod in het Kunstonderwijs (muziek, woord en beeldende kunst) vinden we erg belangrijk. Om het belang van een brede ontwikkeling van kinderen in de focus te plaatsen en de talenten van kinderen alle kansen te geven, willen we het kunstonderwijs ondersteunen bij initiatieven om het huidig aanbod te verruimen en te promoten bij jong en oud.

Ons onderwijsbeleid steunt op:

• kwaliteitsvol basisonderwijs;
• vooruitstrevend secundair onderwijs;
• flankerend onderwijsbeleid via een structurele samenwerking tussen alle netten;
• aanbod van kunstonderwijs in de Kunstacademie
• levenslang en levensbreed leren;
• Optimale aandacht voor buitengewoon en beroepsonderwijs.

Acties

Kinderopvang vóór de kleuterschool

We vinden het een taak van de gemeente om erop toe te zien dat er voldoende kinderopvang is. Dit betekent dat de gemeente zelf investeert maar ook en vooral private initiatieven ondersteunt

die voor capaciteitsuitbreiding zorgen. Via subsidies en vorming ondersteunen we bestaande en nieuwe kinderopvanginitiatieven.

Via het éénloketsysteem voor kinderopvang en vanuit het lokaal overleg kinderopvang wordt getracht de spreiding van de opvang zo goed als mogelijk te sturen. Een website biedt een overzicht van alle bestaande initiatieven en laat zien waar er nog plaatsen beschikbaar zijn.

Door te voorzien in voldoende lokale, betaalbare en inkomensgerelateerde kinderopvangmogelijkheden wil N-VA opvang voor de kinderen dichtbij huis verzekeren. De lokale overheid moet in de eerste plaats initiatieven ondersteunen en met elkaar in overleg brengen.

Basis en kleuteronderwijs

Om kwalitatief hoogstaand onderwijs in onze gemeente aan te bieden, is het van groot belang dat we over voldoende capaciteit en goede infrastructuur beschikken. Dit betekent dat we naast voldoende klaslokalen, leermiddelen en technologie ook moeten nadenken over capaciteitsuitbreiding zodat onze kinderen zoveel mogelijk in hun woonomgeving naar school kunnen gaan. Op tijd reageren aan de hand van geboortecijfers is daarbij een must. Maar ook flexibele uitbreidingen is een mogelijkheid. Bijvoorbeeld extra vaklokalen voorzien die bij capaciteitsproblemen kunnen dienstdoen als gewone klaslokalen.

In het kader van de brede school (openstellen van bijvoorbeeld sporthal of vergaderzaal) kan onder strikte voorwaarden een rentevergoeding aangevraagd worden door andere netten die investeren in uitbreidingen en/of zware verbouwingen uitvoeren.

Secundair onderwijs

Na een lange bouwtijd werd dit jaar een belangrijke uitbreiding van het GTI in gebruik genomen. Naast nieuwe werkplaatsen werd een indrukwekkende sporthal gebouwd. Het GTI kan zijn taak nu meer dan ooit waarmaken.

Voor het beroeps- en technisch onderwijs willen we dat er nog meer met bedrijven wordt samengewerkt.

In alle scholen wordt er gewerkt met optimaal educatief materiaal.

Duaal leren is met de haven om de hoek een opportuniteit die we meer moeten stimuleren en ondersteunen.

Wij ondersteunen het netoverschrijdend onderwijs binnen de scholengemeenschap secundair onderwijs Beveren-Bazel, wat als concept uniek is in Vlaanderen.

Het studieaanbod in het secundair onderwijs moet nauw aansluiten bij de evoluties op de arbeidsmarkt. Het moet tewerkstellingskansen in de regio bevorderen en/of voorbereiden op aansluitende studies. Een versterkte samenwerking tussen de bedrijven en de scholen in onze gemeente is hiervoor de sleutel. Concreet kan dit onder andere door het aanbieden van stageplaatsen door bedrijven of via de organisatie van bedrijfsbezoeken voor scholieren of studenten.

B-stroom en bijzonder onderwijs

We moeten het nijpend tekort aan geschikte plaatsen in de B-stroom en in het bijzonder onderwijs aanpakken. Plaatsen moeten voldoende zijn in aantal en tevens geschikt zijn. Dit wil zeggen dat we rekening moeten houden met de toekomstwensen van het kind.

Scholen voor buitengewoon onderwijs zijn essentieel voor kinderen met specifieke leer- of ontwikkelingsbehoeften. Deze scholen bieden een op maat gemaakte aanpak en gespecialiseerde ondersteuning die kinderen helpt zich optimaal te ontwikkelen, zowel academisch als sociaal-emotioneel.

De behoefte aan scholen voor buitengewoon onderwijs neemt toe, deels door een toename in de erkenning en diagnose van leer- en ontwikkelingsstoornissen. Daarom ondersteunen wij als N-VA het buitengewoon onderwijs in onze fusiegemeente en werken we tegelijkertijd aan inclusievere vormen waar mogelijk.

Kunstonderwijs

We vinden het belangrijk dat er in verschillende deelgemeenten Kunstonderwijs bestaat en willen dit verder uitbreiden. Niet alleen door het in meer deelgemeenten aan te bieden maar ook door te evalueren hoe we het aanbod aan kunstdisciplines kunnen uitbreiden. Om dit te realiseren, is het noodzakelijk dat we de promotie van het Kunstonderwijs ondersteunen. Kunstonderwijs (muziek, woord en dans, jeugdatelier en beeldende kunst) kan, waar mogelijk, geïntegreerd worden en naadloos aansluiten op het basisonderwijs. Het kunstonderwijs dient een belangrijke speler te blijven binnen het socio-culturele veld in de gemeente en moet de globale gemeentelijke culturele projectwerking blijven ondersteunen.

Voor- en naschoolse opvang en vakantieopvang

In de meeste deelgemeenten is er momenteel een aanbod voor opvang en vakantiekampen voor jongeren uitgewerkt. Waar dit nog niet of onvoldoende het geval is, wordt een structurele verhoging van het aanbod voorzien. We doen het nodige door het opzetten van een permanent overleg met alle actoren.

 Een gemeente moet als coördinator streven naar onderlinge versterking, aanvulling en verrijking van deze opvang. Alle betrokkenen kunnen hun rol spelen in het lokaal overleg van waaruit de diversificatie kan worden aangestuurd. De samenwerking met scholen, jeugdwerk, sportclubs en privé-initiatieven vormt hierbij zeker een meerwaarde.

We stimuleren onderwijsinstellingen om in vakantieperioden, weekends en na de schooluren maximaal hun accommodaties (speelplaats, sportlokalen, ontmoetingslokalen, leskeukens, ...) ter beschikking te stellen van verenigingen of jongeren. Indien daarvoor aanpassingen moeten gebeuren kan de gemeente dit (mee) financieren. Dit is immers een win-win situatie voor school, verenigingen en inwoners.

Opvoedingsondersteuning

De dienstverlening die “Het huis van het kind” biedt in Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht wordt op elkaar afgestemd en waar nodig uitgebreid met een opvoedingswinkel. In de opvoedingswinkel kunnen ouders op een laagdrempelige wijze terecht met al hun kleine en grote vragen over de opvoeding van hun kinderen (slaap- en eetproblemen, beveiligde toegang tot internet, problemen met alcohol en drugs, ADHD …). De consulenten van de opvoedingswinkel nemen de courante vragen zelf op en verwijzen voor meer complexe vragen door naar de gespecialiseerde voorzieningen in de gemeente of de regio. Het Huis van het Kind is dé lokale informatie- en ondersteuningsplaats voor ouders.

Een stimulerend taalbeleid

Een effectief en krachtig taalbeleid is essentieel voor het bevorderen van de taalvaardigheid van alle leerlingen. Het richt zich niet alleen op het wegwerken van taalachterstanden, maar ook op de algemene taalontwikkeling van alle leerlingen. We willen dan ook een breed en sterk taalbeleid ondersteunen, in samenwerking met de basisscholen en secundaire scholen waarin leerkrachten, vakdocenten en leraren van andere vakken gehoord worden.

Levenslang leren

Via overleg met de aanbieders van avondonderwijs, volwassenenonderwijs en

tweedekansonderwijs in onze gemeente, moet erover gewaakt worden dat er voldoende ruim aanbod is aan opleidingen ter zake.

Veiligheid in en rond de schoolomgeving

Om de veiligheid rond de scholen duurzaam te verhogen, gaan we voor het opstellen van een veiligheidsplan, het trainen van het personeel en het creëren van een vertrouwensband tussen leerlingen en leraren. Ook een veilige en propere schoolomgeving draagt bij aan een positief leerklimaat en het welzijn van de leerlingen. Onder de concrete maatregelen denken we aan het plaatsen van beveiligingscamera’s rondom de scholen en het verbeteren van de straatverlichting in de schoolbuurten.

Centraal in het beleid staat een goede samenwerking met lokale politie en hulpdiensten voor snelle interventie bij incidenten en bij controles van de schoolomgevingen om onveilige of gevaarlijke situaties te identificeren en aan te pakken. Ook het betrekken van buurtbewoners bij de sociale controle en het signaleren van onveilige situaties is hierbij essentieel. Door deze initiatieven te combineren, kan een gemeente een veilige en ondersteunende omgeving creëren voor leerlingen, leerkrachten en ouders. Dit is ook belangrijk voor het imago van de instelling.

Preventie rond het gebruik van stimulerende middelen is belangrijk en willen we verder opvolgen in het kader van een nultolerantie voor drugs. Verder moeten onze scholen een duidelijk beleid voeren rond het gebruik van smartphones en andere technologieën in de school.

Denken aan de toekomst

De oplossing van de capaciteitsproblemen in het onderwijs in onze regio vraagt om een combinatie van investeringen in infrastructuur, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden voor leraren, innovatief gebruik van technologie, en strategische beleidsvorming. Alleen met een geïntegreerde N-VA-aanpak die zich richt op zowel de korte als de lange termijn kunnen deze problemen effectief worden aangepakt. In het algemeen willen we trouwens de samenwerking met alle netten verder uitbouwen.

Wanneer de ruime omgeving van het treinstation in Beveren aangepakt en geordend wordt via een ruimtelijk uitvoeringsplan zullen we plaats reserveren om op termijn en indien zinvol een bijkomende capaciteit voor onze secundaire scholen te voorzien. Enkele jaren geleden was er interesse vanuit de onderwijswereld, maar het gebrek aan een geschikt terrein was een obstakel. De omgeving van het station is daar een geschikte plaats voor wegens de centrale ligging, de nabijheid van het openbaar vervoer en een uitstekende fietsverbinding.

De autobusverbinding tussen Kruibeke en Beveren voldoet op dit moment niet, en dit moet beleidsmatig dringend aangepakt worden.

Visie

Mobiliteit is een gespreksonderwerp bij uitstek en ligt gevoelig bij vele mensen. Ondanks thuiswerk, toename van het gebruik van de fiets om naar het werk te gaan, de inzet van collectief vervoer en andere varianten, is het in de praktijk nog steeds erg druk op onze wegen. Dit uit zich vooral in piekverkeer, met files tot gevolg. Dat noopt ons tot het nemen van logische en weloverwogen beslissingen die zo goed mogelijk gedragen worden door onze bevolking. Het gezond verstand moet primeren in het mobiliteitsbeleid. Voetgangers, fietsers en auto’s moeten hun plaats hebben.

Cruciaal voor ons is dat er een duidelijk en “leesbaar” verkeersbeleid komt. Dit houdt in dat de snelheidszones die we opleggen, logisch en verantwoord zijn. Men moet ook door de inrichting van de straat aanvoelen in welke snelheidszone men zich bevindt. Variabele snelheidsregimes kunnen bijdragen aan een vloeiender verkeersverloop en de verkeersveiligheid vergroten.

Het verbeteren van openbaar vervoer is een ander facet voor een betere basisbereikbaarheid en het reduceren van privé-autogebruik, wat op zijn beurt de parkeerdruk en verkeersopstoppingen tijdens de spits kan verminderen. We ijveren voor een gevarieerd vervoersaanbod in bus, tram en trein. Vanuit de gemeentekas zullen we hierbij een belangrijke bijdrage leveren.

Fietspaden spelen een cruciale rol in duurzame mobiliteit. Goed ontworpen en onderhouden fietspaden met voldoende dynamische verlichting stimuleren het gebruik van de fiets, wat niet alleen de gezondheid van de bevolking bevordert maar ook de verkeersdrukte zal ontlasten. Het weren van (doorgaand) vrachtverkeer uit kernen en het instellen van school- en/of fietsstraten kunnen de verkeersveiligheid voor kwetsbare weggebruikers aanzienlijk verbeteren.

De discussie over het invoeren van eenrichtingsverkeer in smalle straten of het opstellen van een lussenplan om verkeer te reguleren, is vaak onderwerp van debat. Deze maatregelen kunnen de doorstroming verbeteren, maar moeten zorgvuldig worden overwogen en breed gedragen worden door de gemeenschap. Een evaluatie van dit systeem moet gebeuren in een weloverwogen mobiliteitsplan.

We zijn ook voorstander van woonerven waar het kan. Doodlopende straten moeten een aangepaste inrichting krijgen door minder verharding en veel meer groen.

Het sluitstuk van een goed mobiliteitsbeleid is de handhaving ervan. Hier moet duidelijk meer aandacht aan gegeven worden. Een intelligent cameranetwerk is hiervoor aangewezen, vooral in functie van sluip- en doorgaand vrachtverkeer.

Cruciaal is het vinden van gedragen oplossingen. Dat vraagt om een aanpak waarbij inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden worden betrokken in het besluitvormingsproces. Door een integrale benadering te hanteren die rekening houdt met verschillende maatregelen en hun samenhang, kunnen duurzame, veilige en efficiënte mobiliteitsoplossingen gevonden worden. Alleen door samen te werken en de belangen van alle betrokkenen in acht te nemen, kunnen we de mobiliteitsuitdagingen van vandaag effectief aanpakken. 

We maken een nieuw globaal mobiliteitsplan waarin onderstaande concrete maatregelen een concrete invulling krijgen.

1. Zone 30 passen we toe in schoolomgevingen en woonwijken. Vooral in woonwijken moet de zone 30 leesbaar worden. Dit wil zeggen dat het door de inrichting van de straat duidelijk is, dat men zich in zone 30 bevindt . De snelheid van het verkeer wordt daardoor extra afgeremd, de omgevings- en woonkwaliteit stijgt, en de veiligheid verhoogt.
2. Doodlopende woonstraten kunnen onthard, vergroend en maximaal als speelstraat ingericht worden. Deze straten kunnen evolueren naar een dreefstructuur. Dit leidt tot meer gezelligheid en een opwaardering van niet alleen het openbaar domein maar ook van de woningen die zich langs de dreef bevinden.
3. N-VA geeft prioriteit aan veilige, van de weg afgescheiden brede fietsverbindingen, en voor verhoogde aandacht voor de fietsverbindingen tussen de deelgemeenten. De fietspaden worden, waar mogelijk, steeds geflankeerd door bomen zodat het ook bij warm weer aangenaam fietsen is. Daarnaast zijn ook recreatieve fietspaden nodig. Vooral deze laatste worden voorzien van rust- en schuilplaatsen langs de trajecten. Een integraal fietsbeleid moet gevoerd worden opdat de fiets het meest evidente vervoermiddel wordt voor korte en middellange verplaatsingen.
4. Er komen duidelijke en logische snelheidsregimes op basis van een globale visie:
   - Verbindingswegen buiten de bebouwde kom: 70 km/u
   - Wegen met afgescheiden fietspaden buiten de kern: 70 km/u
   - Wegen met aanliggende fietspaden buiten de kern: 50 km/u
   - Woonwijken: 30 km/u waar zinvol
   - Woonerven: 20 km/u
5. Fietsstraten worden gedefinieerd in kader van schoolroutes en zijn ook mogelijk in eenrichtingsstraten. Afstanden voor fietsstraten mogen echter niet te lang zijn.
6. Doorgaand vrachtverkeer verbieden we in onze woongebieden. Handhaving moet gebeuren via intelligente camera’s. Eventueel kunnen er vrachtwagensluizen komen, waar nodig en mogelijk.
7. Handhaving als sluitstuk van beleid door onder meer een camera-netwerk (trajectcontroles, snelheid, doorgaand verkeer, vrachtwagens, …). Daarnaast moet er ook handhaving komen op o.a. foutparkeren en het respecteren van voetgangerszones. Tegelijkertijd moet er een doorgedreven sensibilisering plaatsvinden.
8. We moedigen het gebruik van het openbaar vervoer aan op diverse vlakken. De in Zwijndrecht bestaande regeling voor tussenkomst in openbaar vervoer georganiseerd door De Lijn loopt nog door tot en met 2025. Dit geeft ons de mogelijkheid om de haalbaarheid van de uitrol ervan naar Beveren en Kruibeke te evalueren en te bespreken met De Lijn.
   Verschillende criteria moeten in de haalbaarheidsstudie in kaart gebracht worden: aantal potentiële geïnteresseerden, andere tegemoetkomingen, effecten voor de buitengemeenten, wat met treingebruikers, wie zijn de huidige gebruikers, welke zullen de voorwaarden zijn van De Lijn, enz.
   N-VA is nationaal vragende partij van een “omni-regeling” waarmee men met 1 abonnement/ticket verschillende openbare vervoersmogelijkheden (trein-tram-bus) kan gebruiken. Indien dit wordt doorgevoerd, zullen we dit grondig onderzoeken en bekijken hoe we dit kunnen optimaliseren en ondersteunen in onze gemeente.
   We maken bus- en tramhaltes toegankelijk voor andersvaliden en rusten ze uit met goede schuilinfrastructuur en voldoende en kwalitatieve fietsparkeerplaatsen.
    
9. We willen dat de frequentie van lijnbussen tussen Kruibeke en Beveren toeneemt. Vervoer op aanvraag via de Lijn wordt uitgebreid.
10. Het aantal stopmomenten van de trein moet minimaal naar 3 goed gespreide per uur, hiervoor wordt onderhandeld met de NMBS. De aansluiting via Antwerpen-Berchem naar Brussel vanuit de verschillende stations Zwijndrecht, Melsele en Beveren moet verbeterd worden. Ook richting Gent moeten meer rechtstreekse verbindingen komen. Bij de NMBS pleiten we om alle perrons toegankelijk te maken voor mensen met een beperking.
11. In een pilootproject evalueren we een ‘derde betaler’ systeem voor vervoer met taxi op ons grondgebied tegen een lage vaste prijs.
12. Voor rolstoelgebruikers stemmen we de verschillende bestaande vervoerssystemen op elkaar af en optimaliseren waar mogelijk.
13. We voorzien voldoende parkeerplaatsen met parkeerduurbeperking in het centrum. Dit past binnen onze doelstelling van een doeltreffend parkeerbeleid.
    We onderzoeken verder of het systeem van bewonerskaarten dient versterkt te worden. Deze kaarten zijn vooral nodig op plaatsen waar een beperkte parkeertijd van toepassing is, en in de aangrenzende zone.
14. De nood aan het volume aan parkeerplaatsen differentieert naargelang het gebied. In verstedelijkt gebied met goed openbaar vervoer voeren we een andere norm in dan in buitengebied. We werken verder een systeem uit waarbij bedrijven onder bepaalde voorwaarden hun parkeerplaatsen openstellen bij evenementen.
15. We voorzien in veilige en voldoende fietsstallingen op drukke plaatsen.
16. Op vlak van deelmobiliteit stimuleren we het systeem van deelauto’s en nemen we dit als voorwaarde op bij grotere woonprojecten.
    We creëren de mogelijkheid tot uitbreiding van het deelauto-systeem. Voorts evalueren we het systeem van deelfietsen op vlak van beschikbaarheid en locatie.
17. We zetten in op goed onderhouden voetpaden met maximale toegankelijkheid voor mensen met een beperking, voldoende rustbanken en verlaagde borduren. We willen grondig werk maken van veilige voetpaden (geen losliggende tegels of andere hindernissen zoals overgroeiende hagen) en een proper verzorgd openbaar domein. Om dat op te volgen, voorzien we een dorpsteam per deelgemeente (zie verder in het programma).
18. Bij alle grotere wegenwerken hoort er een minder-hinder-plan opgemaakt te worden. We beseffen dat wegenwerken nodig zijn, maar de hinder willen we voor iedereen tot een minimum beperken, onder meer door een strikte fasering van de werken;
    - een duidelijk afgesproken en kortere uitvoeringstermijn;
    - garantie dat werf en de aanpalende woning(-en) maximaal toegankelijk zijn;
    - het inperken van leveringen voor werven bij begin en einde schooltijd.
    - goede signalisatie (o.a. van omleidingen);
    - duidelijke informatie aan de inwoners over de uitvoering van de werken;
    - extra aandacht voor ondernemers, handelaars, fietsers en wandelaars in de werfzone.
19. Bij vergunningen voor inname van het openbaar domein voorzien we in een systeem waarbij de vergunning bij eenvoudige aanvragen digitaal aangevraagd en sneller afgeleverd wordt. De uitgereikte vergunningen worden effectief en regelmatig gecontroleerd om de verkeersveiligheid te verhogen.
20. Trage wegen zijn een verrijking voor elke deelgemeente. De bestaande maar niet in functie zijnde trage wegen moeten terug toegankelijk worden (of eventueel vervangen door nieuwe betere verbindingen), terwijl niet-nuttige worden afgeschaft. Polderwegen moeten in principe gebruikt kunnen worden door alle verkeer en dienen voorzien te zijn van voldoende uitwijkstroken. Voor deze polderwegen willen we het systeem van Nederland toepassen: naast de weg zelf ligt een waterdoorlatende verharding met beperkte breedte. Dit garandeert een veilige kruising van verkeer.
21. We beperken de overvloed aan verkeersborden en richtingaanwijzers. Ook hier zet Nederland het voorbeeld. Door een sterke beperking wordt alles overzichtelijker, wordt de omgeving niet langer vervuild en wordt het ook goedkoper. Daarom zullen we op korte termijn een duidelijke visie uitwerken hoe dit optimaal kan gebeuren.
22. We zetten maximaal in op conflictvrije kruispunten en voorzien intelligente verkeerslichten die detecteren welke auto's, fietsers, nooddiensten en bussen op hen afkomen. Op basis van die data gaan we de verkeersregelingen aanpassen in het belang van een vlotte verkeersafwikkeling.
23. Via een duidelijk plan bieden we een antwoord op de stijgende vraag naar elektrische laadpunten.
24. We faciliteren de halteplaatsen voor de Waterbus Verbinding in Burcht en Doel. Voor beide stopplaatsen loopt de voorbereiding. De Waterbus is niet alleen belangrijk voor woon-werkverkeer maar ook voor recreatief verkeer.
25. Er bestaat een lijst van prioritaire wegenwerken waarvan we hieronder een voorlopige opsomming van deze werken geven. Enkele hiervan zijn reeds volledig ontworpen en zo goed als klaar voor aanbesteding, waarbij ook een haalbare planning voor uitvoering uitgewerkt wordt. Daarnaast wordt een  uitlangetermijnplanninggewerkt waarin alle wegen in hun huidige staat worden opgenomen:
    - Heraanleg centrale as tussen Burcht & Zwijndrecht.
    - Verdere uitbouw fietsroutenetwerk – specifieke aandacht voor afwerking trage weg langsheen Schelde in Burcht en Kruibeke.
    - In Kruibeke is reeds een hele inhaalbeweging gemaakt inzake de openbare wegenis met als sluitstuk de werken die zullen beginnen midden 2025: de doorgang Bazel. De gewestweg N419 wordt dan volledig heraangelegd.
    - Prioritair voor Kruibeke wordt daarna de N485 (afrit Haasdonk richting Steendorp) die langs de Beverse kant al volledig werd heraangelegd.
    - We blijven aandringen bij de hogere overheid op de voorziene parallelwegen langs de autosnelweg met kamstructuur.
    - De heraanleg van het laatste deel van de N450 in Melsele. (Gewestweg)
    - De heraanleg van de Spoorweglaan in Melsele en de Luitenant Van Eepoelstraat in Beveren.
    - Verdere afwerking van het traject van de fietsostrades.
    - Het geplande fietspad naast de N451 richting Doel.
    - De heraanleg van de N451 tussen Kieldrecht en het “wit huis” in Vrasene polder met veilige afgescheiden fietspaden.
    - De geplande wegen in het kader van de ontsluiting van de haven door het gewest.
    - De omgeving van de Molenstraat, Tuinwijk en Sportstraat in Kieldrecht, die volgend jaar in uitvoering zal gaan.
    - Voor Rupelmonde een opwaardering van het historisch centrum en een oplossing van de parkeerproblemen door middel van ondergronds parkeren.
    - De nieuwe gewestwegen die voor een betere en veiligere ontsluiting van de haven moeten zorgen en rechtstreeks aansluiten op het hoofdwegennet, worden aangelegd door het Vlaams gewest.
    - De verbinding N70 - E34. De aanleg van deze weg door het gewest moet met zorg voor het landschap, worden gerealiseerd. Deze weg moet de leefbaarheid van Vrasene fel verbeteren.
    - N-VA wil ook een haalbaarheidsstudie voor het ondergronds brengen van de N70 in Beveren ter hoogte van de markt. Dit laat immers toe om van de markt in Beveren een verkeersarme, centrale en gezellige ontmoetingsplaats te maken.

Onze visie op ruimtelijke ordening

Via het instrument van de Ruimtelijke Ordening kan men de bestemming van gebieden wijzigen of verfijnen. Dit is dus het geschikte middel om beleidsmatig onze ruimtelijke doelen uit te werken en te organiseren.

Langetermijnvisie, kwaliteit en duurzame ontwikkeling zijn voor N-VA sleutelbegrippen. Het belang van ruimtelijke ordening en ruimtelijke planning is de voorbije jaren sterk toegenomen. Open ruimte is in Vlaanderen immers schaars en bijzonder kwetsbaar geworden. Het doel is een duurzaam evenwicht te scheppen tussen woongebieden, bedrijventerreinen, landbouwzones, groengebieden, ...

Hoe willen we onze (deel)gemeente zien evolueren in de toekomst? Hoe kunnen we de eigenheid en de specifieke kenmerken van de verschillende deelgemeenten versterken? Hoe kunnen we zorgen dat iedereen er zich nu en later thuis voelt? Waar en hoe willen we wonen stimuleren? En waar geven we kansen voor de ontwikkeling van bedrijven? Welke verkeerswegen moeten een belangrijke vervoersfunctie krijgen? Waar moeten we de natuur, het landschap en de open ruimte bewaren en/of versterken? Kunnen twee groengebieden niet op één of andere manier met elkaar verbonden worden?

Op deze vragen willen we antwoorden bieden door een vooruitstrevend ruimtelijk beleid uit te werken. Een beleid dat ten dienste staat van de inwoners en mee door inspraak vastgelegd wordt.

De manier waarop we omgaan met de beschikbare ruimte is van cruciaal belang voor onze toekomst en deze van onze kinderen. Dit alles moet met de nodige omzichtigheid gebeuren ook al moeten er vaak verregaande keuzes gemaakt worden. Die keuzes zijn niet altijd vanzelfsprekend of naar ieders wens, maar hebben wel steeds hetzelfde doel voor ogen: de kwaliteit van het leven, het wonen, het werken en het ontspannen te verbeteren.

Waarvoor willen we concreet gaan

De Vlaamse overheid wijzigde het systeem van de structuurplannen in een systeem van beleidsplannen. Zo’n ruimtelijk beleidsplan omvat enerzijds een strategische visie die het toekomstbeeld weergeeft en anderzijds strategische doelstellingen en beleidsopties. Zo’n beleidsplan komt tot stand in een procedure die participatie en overleg garandeert, in elke fase van de opmaak.

We starten de procedure voor de opmaak van een dergelijk beleidsplan waarin het al goedgekeurde beleidsplan voor Zwijndrecht en Burcht na evaluatie ingekanteld wordt.

We willen in de eerste plaats aan inbreiding doen zowel in de stedelijke context als in de landelijke deelgemeenten. Dit is de enige manier om de open ruimte te vrijwaren en tegelijkertijd voldoende betaalbare woongelegenheden mogelijk te maken.

In Beveren zijn we er de voorbije 12 jaar in geslaagd om meer dan 70% van het aantal woningen te realiseren op plaatsen die reeds bebouwd of verhard waren. Er zijn nu reeds meer dan 30 ha woonuitbreidingsgebieden bevroren of aangekocht door de gemeente. We gaan verder in het vrijwaren van woonuitbreidingsgebieden. Deze gronden komen voor ons in de eerste plaats in aanmerking om wonen aangenamer te maken door bebossing, speelnatuur en buurtparken.

Door ook in te zetten op ”tweewoonsten” krijgen we een zachte verdichting. De schaal van de omgeving blijft intact en vooral de grondprijs wordt gehalveerd, wat een woning merkelijk goedkoper maakt.

Tegelijkertijd wordt er meer publiek groen voorzien in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Dit kan zowel volledig openbaar zijn maar bij grotere projecten ook opgelegd worden als privé met publiek karakter, waarbij kan onderzocht worden of de ontwikkelaar eventueel de kost en het onderhoud draagt.

In erkende overstromingsgebieden worden geen vergunningen meer gegeven. We willen deze gebieden omvormen tot parkgebieden met wandelpaden en speelnatuur, waar op cruciale momenten waterberging mogelijk is: in Vrasene aan de beek (3,9 ha), in Melsele Meersen Noord (8,7 ha), in Beveren Grote heide (8 ha), en in Zwijndrecht het bos aan N70 achter Lidl. Dit zorgt er niet alleen voor dat we bij zware regenval overstromingen kunnen vermijden, maar vooral dat hiermee de woonomgeving een belangrijke meerwaarde krijgt.

Het Molenbeekpark willen we uitbreiden.

Een ruimtelijk plan legt de open ruimte ten zuiden van de N70 tussen Melsele en het park Cortewalle definitief vast als parkgebied. Ook hier wordt een deel bebost en worden in de rand mogelijkheden gecreëerd om dit stadspark op te waarderen en toegankelijker te maken.

Het park Hof ter Saksen wordt ook uitgebreid en verder bebost. We willen de 3 kastelen (Cortewalle, Hof ter Welle en Hof ter Saksen) met elkaar verbinden door een vergroening van het traject met voldoende rustplaatsen.

In Burcht evalueren we de bestaande ideeën rond de invulling en bewaring van de open ruimte bij de volgende projecten:

• Omgeving Boskouter, Boomgaardstraat, Visserstraat: opzetten kwaliteitsvolle bewoning met mix aan woontypes in functie van een optimale mix van bewoning.
• Site Sidal: idem.
• Wijk Ter Locht: sociale woningbouw met mix woontypes en mix sociale huur/koopwoningen.

In Zwijndrecht willen we het centrale binnengebied naast het Binnenplein vrijwaren als open ruimte en schrappen we de geplande invulling met sociale bebouwing. De plannen voor de herinrichting van de zogenaamde Schrijverswijk en de zone Van Laere worden opnieuw geëvalueerd. Tenslotte werken we een masterplan uit voor de zachte invulling van de zone aan de Scoutsdam.

We zorgen voor een kwaliteitsvolle invulling met voldoende aandacht voor open ruimte van de site de Brouwerij en de brandweer van Kruibeke.

Indien de Vlaamse bevoegde minister de verdere verspreide bebouwing in agrarische gebieden wil afremmen op een correcte manier, dan zullen wij de eerste zijn om daar gevolg aan te geven.

Diezelfde open ruimte willen we kwalitatief versterken door storende elementen zo veel als mogelijk te verwijderen. We zijn bereid het volume van boerderijen die een zonevreemde functiewijziging aanvragen te beperken in volume met de bedoeling dat ze beter in het landschap integreren. Voor ons moeten die ex-hoeve woningen niet verdwijnen tenzij de eigenaars een correcte vergoeding krijgen. We zijn vragende partij om instrumenten te krijgen die de vertuining van het agrarisch gebied tegengaan.

Visie

Investeren in ontmoetingsplaatsen is werken aan een sociale samenhang, aan gemeenschapsgevoel. Dit kan gebeuren door een uitnodigende publieke ruimte maar ook door te investeren in sport, cultuur en jeugd. Waar mensen en jongeren elkaar kunnen ontmoeten, samen zaken kunnen beleven… daar kan samenhorigheid groeien, daar kunnen vriendschappen ontstaan en daar ontstaat een gemeenschapsgevoel.
Daarom willen we steeds verder investeren in sport, cultuur en jeugd.

Niet alleen zetten we verder in op de directe ondersteuning van de verenigingen, maar ook en vooral door te investeren in accommodaties op maat van elke deelgemeente. Dit betekent dat we nagaan waar een bib-filiaal, een ontmoetingsruimte, de nodige binnen- en buitensportvoorzieningen nodig zijn.

Na een grondige analyse van de mogelijkheden en de noden, en in gesprek met de betrokken verenigingen, moet hieruit een transparante planning worden opgesteld, die de nodige projecten tot realisatie brengt, gespreid over de komende 2 bestuursperiodes.

Acties

• Voor alle sectoren en verenigingen wordt een subsidiesysteem opgesteld op basis van aantal leden en werking. Dit moet gebeuren in de loop van 2025, om ten laatste begin 2026 met dit nieuwe systeem te starten. Tot dit systeem op punt staat, wordt gewerkt met de bestaande systemen van de verschillende fusionerende gemeenten die de voorbije jaren werden gebruikt.
• Op dit ogenblik worden veel sportkampen aangeboden. Slechts een zeer beperkt aantal hiervan legt zich toe op jongeren met een beperking. Wij vragen een herziening van het subsidiereglement en extra aandacht om meer kampjes te voorzien voor kinderen met een beperking. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheid voor een dagcentrum en/of meer speelactiviteiten voor kinderen met een beperking.
• De gemeente stimuleert en ondersteunt wijk-, buurt- en straatfeesten. Dit brengt mensen samen en verdringt eenzaamheid.
• Een meerjarenplanning voor de komende 12 jaar wordt opgesteld voor de nodige nieuwe investeringen. Wat reeds duidelijk in voorbereiding is (de lopende dossiers), komt eerst aan de beurt. We streven daarbij naar veilige en duurzame gebouwen op alle vlakken: onderhoudsvriendelijk, energiezuinig, robuuste materialen en gebruiksvriendelijk. Jeugdverenigingen kunnen daarbij op basis van een subsidiesysteem investeren in hun eigen lokaal.
• In dit kader wordt ook een planning opgemaakt voor een kerkenplan. De herbestemming van de kerken is een gevoelige materie en zal ook zo door ons behandeld worden. Zo zal er onder andere aandacht zijn voor de gemeenschapsfunctie die een kerk steeds heeft uitgestraald . In elk geval willen we een waardige invulling en zijn we van oordeel dat een culturele en/of gemeenschapsfunctie of ontmoetingsfunctie de voorkeur krijgt. Daarom is het nodig dat het Kerkenplan mee opgenomen wordt met beslissingen over andere infrastructuur. Belangrijk is ook dat het gebouw zijn uitstraling blijft houden. Indien men rekening houdt met al deze criteria staan we open voor hedendaagse creatieve oplossingen die een meerwaarde betekenen voor de bevolking. We bekijken in elke deelgemeente welke de geschikte her- of nevenbestemming van de kerken kan zijn. Waarvan minstens 1 van de kerken moet ingericht worden voor (klassieke) concerten.
• Op cultureel vlak willen we dat de programmatie niet alleen de gekende culturele hoofdzalen bedient, maar ook andere zalen van een beperkte aangepaste programmatie voorziet.
• We staan achter de aankoop door de gemeente van de zaal Scala. De uitbating zal onder het cultureel centrum vallen. Dit laatste wil niet zeggen dat bv een vzw een deel van de programmatie voor zich kan nemen of een deel van de commerciële activiteiten kan doen. De programmatie zal tot slot met respect voor de buurt gebeuren.
• Bijzondere aandacht moet gaan naar ontmoetingsplaatsen voor jongeren en jongvolwassenen. Ook hier bekijken we wat mogelijk en wenselijk is. (Ontmoetingsplaats, jeugdhuis of andere variant)
• We willen een polyvalente evenementenhal oprichten (o.a. sport, muziekexpo, flex-ruimtes voor seminaries, …). We kijken hier in de eerste plaats naar de park & ride-zone in Melsele/Zwijndrecht als locatie, omwille van de beschikbare ruimte, de centrale ligging, voldoende parkeerplaatsen en een goede aansluiting op het openbaar vervoer. Bovendien kan deze locatie goed afgeschermd worden van de dichtstbijzijnde bewoning zodat de hinder maximaal kan afgeschermd worden.
• We moeten ervoor zorgen dat er elke avond één bib in de gemeente open is, wat dankzij het grote aantal bibliotheken mogelijk zou moeten zijn.
• N-VA wil een inhaalbeweging maken op het gebied van Kunstbeleid. Bij verkoop van het oude gemeentehuis in Beveren moet het aanbieden van plaats voor een ruime tentoonstellingsruimte één van de verkoopvoorwaarden zijn. We zoeken de mogelijkheid om een permanente tentoonstellingsruimte te realiseren om onze kunstcollecties voor te stellen, zoals de werken van Alfred Ost en de Fred Bervoets Collectie. Verder moeten we werken aan een vaste collectie kunstwerken voor zowel Hof Ter Saksen, het kasteel van Bazel, het Vredespark en het Wolfsberg Park.
  Tegelijk moeten we samenwerken met bijvoorbeeld het Middelheim in Antwerpen of andere kunstorganisaties op gebied van bruikleen. We creëren hiermee een belangrijke meerwaarde voor de omgeving waar de werken komen. Ook op geschikte openbare centrale plaatsen in onze gemeente moet er kunst komen. Er wordt hiervoor jaarlijks een budget voorzien.
• Erfgoed in onze gemeente moet voldoende aandacht blijven krijgen. Er wordt samengewerkt met eigenaars van heel waardevolle panden om de uitstraling van die gebouwen te verfraaien.
• Bij voetbal worden kunststof terreinen voorzien, alleen al omdat dit zorgt voor minder inname van ruimte. Eén terrein is er zo immers in gebruik minstens twee waard.
• We zetten maximaal in op medegebruik van alle gemeenschapsinfrastructuur. We evalueren de noden qua infrastructuur per deelgemeente.
• Subsidies voor verenigingen met jeugd opvang en begeleiding krijgen voorrang. Via het verenigingsleven leren jongeren immers competenties voor het leven aan zoals discipline, ondernemerschap en organisatietalent aan. We moedigen jongeren aan om aan te sluiten bij verenigingen, door deze te ondersteunen door bijvoorbeeld een vlottere en eenvoudigere werking van het evenementenloket.
• We luisteren naar de noden in het veld door de dialoog met de sport-, jeugd- en cultuurraad aan te gaan.
• De bestaande ondersteuning voor verenigingen willen we maximaal onderbouwen. We denken hierbij aan:
  - Ondersteunen van of voorzien in veilige huisvesting van jeugdverenigingen
  - Overkapping petanquevelden
  - Vernieuwen/afwerking van sportaccommodatie waar nodig
  - Verenigingsleven als motor
  - Ondersteuning via transparante en administratie-arme subsidiëring in sport-, jeugd- en cultuursector
  - Logistieke en administratieve ondersteuning bij grootschalige evenementen voor/door mix van verenigingen met bijzondere aandacht voor openbaar vervoer
  - Materiële ondersteuning via uitleendienst
  - Toezicht op en handhaven van de veiligheid bij evenementen
  - Wijkwerking
  - Wijkoverleg uitbouwen
  - Uitbouw van kleinschalige wijkcentra die privaat kunnen gebruikt worden
  - Financiële, logistieke en administratieve ondersteuning bij wijkevenementen
  - Jeugd: Uitbouw van kleinschalige en veilige speelinfrastructuur in wijken
  - Senioren: Seniorenconsulent voor administratieve ondersteuning van seniorenverenigingen
  - Stimuleren en coördineren van vrijwilligerswerk
  - Individuele ondersteuning zowel in groep (opleidingen ICT, …) als privé (o.a. ondersteuning aan huis in functie van het langer zelfstandig wonen)

Onze visie op erfgoed, toerisme, zachte recreatie, natuur- en landschapsbeleving

Onze gemeente kent op vlak van toerisme, zachte recreatie, erfgoed en natuurgebieden fantastische troeven zoals:

Beveren: het 30 ha groot domein Hof ter Saksen, het kasteelpark Cortewalle, de kasteelsite Hof ter Welle met het volledig gerestaureerde erfgoedhuis;
Kruibeke: de Potpolder (een voorbeeld voor zachte recreatie), het kasteeldomein Wissekerke in Bazel, de Graventoren met Watermolen in Rupelmonde;
Zwijndrecht: het Wolfsbergpark in Burcht, de groene long in Zwijndrecht met het Vredesbos, de boomgaard en het Vredespark.

Daarnaast zijn er vele verbindende elementen in de grote nieuwe gemeente zoals uiteraard de Schelde met haar gevarieerde oevers, de grensoverschrijdende vlakke polders in het noorden van de gemeente, de bolle akkers aan de andere zijde en in de omgeving rond Doel, en de uitgestrekte landschappen met polders en akkers.

Deze beperkte opsomming toont dat onze gemeente rijk is aan erfgoed en schitterende landschappen die de moeite waard zijn om te bezoeken en te ontdekken. We willen op al deze troeven inzetten en zullen nog verdere initiatieven nemen om onze gemeente op de kaart te zetten als een gebied voor zachte recreatie.

Goed bewegwijzerde fietsroutes, het liefst geflankeerd door bomen die voor verkoeling zorgen, moeten alles met elkaar verbinden. Fietstrajecten die uitgerust zijn met rust- en schuilplaatsen. Belangrijk is om ook ruimte te creëren voor horeca en andere ondersteunende diensten en initiatieven. “Stapstenen” waar men even kan genieten van rust, van smakelijk eten en van een verfrissende drank.

Acties

1. HOF TER SAKSEN IN BEVEREN
   Binnenkort zal er een concessie uitgeschreven worden. De huurder moet dan nog wat afwerkingen doen en daarna zal iedereen kunnen genieten van een prachtig kasteel met restaurant en een vijftal gastenkamers. En dat alles in een historisch prachtig park met bijzonder veel waardevolle bomen en dreven. In de nabije toekomst zal dit unieke domein nog verder uitgebreid worden tot meer dan 30 ha.
2. FORT SINT MARIE EN OMGEVING KALLO
   Een project waar we als N-VA verder aan willen werken is het uitwerken van een toekomst voor het fort Sint Marie aan de Schelde in Zwijndrecht en gelegen op een boogscheut van de deelgemeente Kallo. Dit dossier loopt al een tijdje maar een sanering (van onder meer PFAS) vertraagt een en ander.
   Recreatie, mogelijkheden voor jongeren, wandelen langs de Schelde, horeca met zicht op de Schelde, vissen, natuur… Vele troeven die we in samenwerking met de Maatschappij Linkerscheldeoever willen ontsluiten voor de bezoeker van deze prachtige site. Door de nieuwe fietsbrug over de E34, die in het najaar 2024 helemaal in functie zal zijn, ligt het fort trouwens op slechts een kwartier fietsen van de tramterminus P&R Melsele.
   In Kallo zelf is het voorbije jaar hard doorgewerkt aan het fort Liefkenshoek. De nieuwe parking is klaar, de omgeving van het fort werd grondig aangepakt, en er werd door Vlaanderen een nieuwe steiger voor de Waterbus geplaatst. De nieuwe brasserie in het fort werd gebouwd en in gebruik genomen.
   Rond Kallo willen we bomen op de bufferdijken. De buffers worden daarbij ingericht voor recreatief gebruik.
3. DE POLDERS ROND DE WAASLANDHAVEN
   De havenontwikkeling in onze gemeente heeft tot gevolg dat in het noorden van de gemeente grote oppervlakten landbouwgrond werden en worden omgezet naar havengebied en naar natuurgebied (dit laatste als gevolg van Europese wetgeving).
   Dit heeft heel wat gevolgen gehad voor de landbouw. We zijn als partij niet bij de pakken blijven zitten en werken op basis van een duidelijke visie aan de ontwikkeling in deze nieuwe context.
   We hebben de vaste wil om in dit gebied een meerwaarde te creëren voor de inwoners en in uitbreiding voor gans de streek en vooral de gemeente. We willen, zoals we bezig zijn, grensoverschrijdend verder samenwerken met de gemeente Hulst en andere Nederlandse autoriteiten. Het doel is om een prachtige streek te realiseren voor zachte recreatie, erfgoedbeleving, natuur en landbouw.
   De aanwezigheid van bijzonder veel waardevol erfgoed, de nieuwe natuurgebieden, de massieve en brede buffers (die er komen en die met veel inzet werden afgedwongen), de toekomst van Doel (die er is dankzij vooral de N-VA ministers in de Vlaamse regering)… het zijn allemaal positieve evoluties waar we volop en planmatig op willen inspelen. In wat volgt, vindt u een impressie van wat we verder in dit prachtige gebied willen realiseren.
   In Prosperpolder wordt op Vlaams grondgebied de Prospersite volledig aangepakt en gerestaureerd. De aanbesteding voor de Vollemanschuur en omgeving kan dit jaar nog gebeuren. De financiering is volledig rond met vooral inbreng van de Maatschappij Linkerscheldeoever, en dankzij steun uit Europese subsidies en vanwege de gemeente. Tegelijkertijd zal er een parking aangelegd worden en een avontuurlijke speelnatuur gerealiseerd worden.
   Vlakbij deze site is op Nederlands grondgebied een panorama aangelegd in het Verdronken land van Saeftinghe (vroegere Hedwige polder). Daarop komt een panorama-uitzichttoren met een hoogte van 28 meter (de totale hoogte van de heuvel en de toren is meer dan 50 meter!). Op deze heuvel komt een brasserie, en de panoramaheuvel is te bereiken door een brug over het water. Dit project maakt deel uit van een totaalstudie en grensoverschrijdend project waar ook de Vollemanschuur deel van uitmaakt en wordt dan ook mede gefinancierd met Europese gelden. De EGTS zorgde dat het subsidiedossier werd goedgekeurd.
   De deelgemeente Doel heeft een enorm potentieel. Uiteraard is het een hele uitdaging om het dorp terug een functie te geven. Als partij, gesteund door onze N-VA ministers in de Vlaamse Regering, willen we er alles aan doen om deze historische kans waar te maken. De eerste dossiers kunnen dan ook snel gerealiseerd worden.
   Daarnaast is de laatste fase van het door Vlaanderen gefinancierd project gestart, waarbij de jachthaven helemaal vernieuwd wordt, inclusief een nieuwe steiger aan de Schelde.
   Nog in Doel loopt het dossier voor een nieuwe brasserie bovenop de dijk, met een prachtig zicht op de Schelde, de haven, het dorp, de polders en de omliggende natuur. Dit jaar nog wordt de vergunning aangevraagd en de aanbesteding uitgeschreven.
   Ook de molen van Doel wordt aangepakt. Daarbij zal de molen, die nu enkele meters lager dan de dijk staat, opgeheven worden en bovenop de dijk gezet worden en volledig gerestaureerd worden. Dit project wordt gefinancierd door de Maatschappij Linkerscheldeoever. Ook hier is het de bedoeling om nog dit jaar de bouwaanvraag en aanbesteding klaar te maken. Onlangs is in Doel de restauratie begonnen van het historisch mooie Hooghuis.
   De Kogge, het middeleeuws schip dat een aantal jaren geleden bij de aanleg van het Deurganckdok gevonden werd, kan een uiterst belangrijk project worden voor Doel.
   Momenteel hebben we overleg met het kabinet van N-VA minister Diependaele over de verschillende mogelijkheden om deze historisch belangrijke vondst naar Doel te brengen. Dit zou een enorm belangrijke aanwinst zijn op gebied van erfgoed en Doel op een indrukwekkende wijze op de kaart zetten. Wij willen hiervoor een tentoonstellingsruimte in de tuin van het klooster van Doel voorzien. Dit bevestigt de noodzaak voor de restauratie van het klooster, waarin verschillende functies kunnen samenkomen: onthaal, wisselende tentoonstellingsruimtes, horeca, verblijfsaccommodatie, …
   In Kieldrecht wordt de historische boerderij Hof Ter Walle gerestaureerd door het Vlaamse gewest. Nog in Kieldrecht zijn de ambitieuze plannen voor een uitbreiding van de Grote Geule zo goed als beslist. We zijn eisende partij voor een wandelpad naast dit prachtig stuk natuur.
   De deelgemeenten Kieldrecht en Verrebroek liggen niet ver van een aantal natuurgebieden en bestaande kreken en zijn dus een meerwaarde voor fietsers en wandelaars. Wij waken erover dat deze gebieden te allen tijde een meerwaarde moeten zijn voor de mens. De bufferdijken gaan ook een belangrijke meerwaarde krijgen, niet alleen om hun functie (tegen geluid, lichtpollutie, stof), maar ook door hun “sportieve” invulling.
   Het pittoreske gehucht Ouden Doel is ondertussen gered van verdwijning door een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan. De omgeving is daarmee klaar voor een nieuwe start. We staan ook klaar om de andere dijkgehuchten Rapenburg en Saeftinghe te bewaken.
   Voor het ommeland van Doel zelf werd deze bestuursperiode een grondige erfgoedstudie gemaakt van alle gebouwen die zich in dit gebied bevinden. De komende periode kan daaraan samen met het Vlaamse gewest verder gewerkt worden. Er zal beslist worden welke gebouwen behouden worden. We rekenen hier vooral op de privémarkt. Om dit alles juridisch goed te laten verlopen willen we een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opmaken om aan de meest waardevolle woningen en boerderijen een nabestemming te geven die past in het landschap en omgeving. Een RUP dat ook de waarden van dat landschap vastlegt. Dit alles kadert ook in het project “park Groot Saeftinghe”. Een ambitieus park dat grensoverschrijdend een gebied wordt voor zachte recreatie, erfgoed en natuur. En dan is er nog een massieve bufferdijk van de haven die voorzien wordt van fietspad, mountainbike-pad, wandellussen, speelnatuur en ruiterpaden.
   Hoe dit alles te bereiken vanuit gans de gemeente is ook een bekommernis.
   Ook hier wil onze partij belangrijke stappen zetten. Namelijk een fietspad vanuit Kieldrecht tot in Doel en naar Prosperpolder op de oude trambedding is klaar voor aanbesteding en dient met prioriteit gerealiseerd te worden. Verder willen we naast de huidige nieuwe brug over de E34 nog twee fietsverbindingen over de E34 realiseren. Het sluitstuk van de ontsluiting vormt de Waterbus die in de toekomst Doel zal aandoen en zo het noorden verbindt met deelgemeenten Burcht en Kruibeke. Dat die nieuwe halte er komt, is vastgelegd in de verbondstekst die werd opgemaakt in het kader van de plannen op linkeroever.
4. ZWIJNDRECHT
   De Schelde heeft een bijzondere aantrekkingskracht voor Burcht als dorp aan de stroom. Een fiets- en wandelboulevard langsheen de Schelde tussen Antwerpen-linkeroever en Kruibeke, een steiger voor de Waterbus en ander watertoerisme wordt gekoppeld aan handels- en recreatieve initiatieven. Dit alles zorgt voor een aantrekkelijke omgeving die nieuwe bezoekers aantrekt en Burcht opnieuw doet bruisen.
   Door de aanleg van steigers in Doel en Burcht krijgen we in de eerste plaats een aangename uitvalbasis en een verbinding tussen de deelgemeenten met de Waterbus, wat een belangrijke toeristische ontsluiting is.
   We onderzoeken verder de haalbaarheid van een renovatie van het Sleutelshof, als baken tussen Burcht en Kruibeke.
5. KRUIBEKE
   De binnenrenovatie van Kasteel Wissekerke in Bazel is in samenwerking met Toerisme Vlaanderen volledig afgewerkt. In de volgende fase is de buitenschil van het kasteel aan de beurt. Ook het aanleggen van het omliggende park staat op de planning voor verdere uitvoering. De renovatie van de afgebrande hoeve, de bakstenen duiventoren en de gebouwen van de taverne Den Duiventoren pakken we bij voorkeur met private partners in een concessie-formule aan.
   Het oude gemeentehuis op het Koningin Astridplein in Bazel wordt in ere hersteld en krijgt een bestemming passend bij het gebouw. De historische kapel van het Oud Hospitaal in Bazel zal terug ter beschikking van de gemeente komen. We zorgen voor een gepaste inrichting waarbij het gebouw als kleine concertzaal, ontmoetings- en tentoonstellingsruimte zal worden ingericht dienstig voor de gemeenschap.
   Voorts wordt de restauratie van verschillende kapellen in Kruibeke en Rupelmonde in planning gezet.
   Het renovatieproject voor de Graventoren en de getijdenmolen in Rupelmonde wordt in de komende jaren door Toerisme Vlaanderen uitgevoerd zodat deze gebouwen daarna terug opengesteld kunnen worden voor de vele bezoekers. Voor de ontwikkeling van de CNR-site werken we samen met private ontwikkelaars om de oude scheepshelling opnieuw in gebruik te nemen zodat historische schepen er terug kunnen worden hersteld. De site van de oude scheepswerf wordt verder ontwikkeld met aandacht voor een unieke verblijfsruimte, zowel overdekt als in open lucht, voor zowel inwoners als voor bezoekers. De West-Hinder geeft tot slot aan Rupelmonde een typerend dorpszicht dat we willen behouden. Ideeën rond concrete invulling dienen wel nog verder uitgewerkt te worden.
   We gaan in overleg met de bevoegde instanties over het conceptidee om een Natuur- en Water-belevingscentrum in het Nationaal Park Scheldevallei te realiseren. Aan de hand van educatieve en recreatieve activiteiten, workshops en natuurklassen leren de bezoekers de fauna en flora uit de omgeving kennen en gaan ze aan de slag met de thema’s natuur, water, voedsel en duurzame ontwikkeling. Samen bouwen we zo aan een duurzame en groene toekomst in de Scheldevallei.

Naar een echte proactieve veiligheidscultuur

Een veilige omgeving is een basisrecht. Het is de kerntaak van de overheid om ervoor te zorgen dat elke burger zich veilig en beschermd voelt. Alle overlast en criminaliteit moeten we hard aanpakken. Daarom zorgen we zo snel mogelijk voor een verhoging van de capaciteit van het politiekorps en een modernisering van de middelen.

We zetten in op een echt goed georganiseerde proactieve veiligheidscultuur waarin degelijke werkomstandigheden, een duidelijke taak- en bevoegdheidsverdeling en respect en waardering voor onze hulp- en veiligheidsdiensten centraal staan.

Veiligheid is geen zaak van politie en justitie alleen. Het gaat om een collectieve verantwoordelijkheid van burgers en overheid. Burgers zijn voor de gemeente een onmisbare partner in de strijd tegen criminaliteit en overlast. Zij kennen hun buurt immers als geen ander. Daarbij ondersteunen we de Buurtinformatienetwerken (BIN).

Acties

Politie

We zijn bekommerd om het personeelskader van de politiezone. Om personeelsproblemen te vermijden vragen we om steeds te streven naar een maximaal ingevuld kader.
Wijkwerking is belangrijk. De wijkagenten moeten zichtbaar en aanspreekbaar zijn. We voorzien in wijkkantoren met ruime openingsuren waar burgers snel antwoord krijgen op hun klachten.

Een vlotte samenwerking tussen wijkcomités, jeugddienst en politie moet zorgen voor een betere verstandhouding tussen jongeren en hun omgeving. Evenementen en feesten moeten in veilige omstandigheden kunnen doorgaan. Het gemeentebestuur organiseert een geïntegreerd evenementenbeleid, zodat alle actoren (organisatoren, politie en hulpverlening) weten welke rol ze moeten spelen.

We kunnen politionele taken ontlasten en ondersteunen door overlasttaken te verplaatsen naar een degelijke GAS-handhavingsdienst met duidelijke en specifieke opdrachten. Hieronder voorbeelden waarop de GAS-reglementering van toepassing moet zijn:

• Sluikstorten moet de maximale GAS-boete krijgen. Sluikstorten doet men bewust, terwijl de pakkans eerder klein is. Hoge GAS-boetes moeten sluikstorten afschrikken.
• Knalpotterreur wordt veroorzaakt door voertuigen met extreem luidruchtige uitlaten, vaak gemodificeerd of illegaal aangepast om extra geluid te produceren. Deze overlast kan voor buurtbewoners zeer hinderlijk zijn, vooral in woongebieden en tijdens de nachtelijke uren. Een gemeentelijke reglementering met boetes is nodig. Ook deze overtreding doet men bewust.

We voorzien middelen om meer gebruik te maken van technologische innovaties. In samenspraak met de politie kiezen we voor een gericht gebruik van technologische innovaties zoals mobiele en intelligente camera’s op locaties waar zij ondersteunend kunnen zijn voor de politie. We ijveren voor het plaatsen van bewakingscamera's op openbare plaatsen zoals pleinen, parkeerterreinen, fietsenstallingen, haltes openbaar vervoer,… Zij verhogen het veiligheidsgevoel en verhelpen gevallen van overlast, vandalisme en criminaliteit. Prioritair dient een inventaris gemaakt te worden van plaatsen waar de nood het hoogst is.

We moeten de burgemeester van Antwerpen, Bart De Wever (N-VA), steunen in zijn strijd tegen drugs omdat de meeste drugs gevonden worden op het grondgebied van onze fusiegemeente in de Waaslandhaven. Ook de federale overheid moet voldoende personeel en middelen inzetten tegen deze problematiek. We verzetten ons tegen het (tijdelijk) bewaren van drugs in fort Sint Marie op de grens tussen Zwijndrecht en Kallo. Dit voorstel belemmert de aanpak en renovatie van het fort. Het is bovendien onverantwoord om dit te doen, vlak naast een dorp.

Preventie en sensibilisering zijn zeer belangrijk, daarom zetten we in op antidrugscampagnes in scholen en verenigingen. Daarnaast vraagt N-VA een zeer streng lik op stuk beleid als de preventie en sensibilisering falen. We herhalen doelgerichte preventie-informatiecampagnes, zoals inbraak- en diefstalvoorkoming en gerichte acties zoals fietskeuringen en vakantietoezicht op woningen. We bestendigen de diefstalpreventieadviseurs die op stap gaan in de inbraakgevoelige straten. Zij zorgen voor een zogenaamde ‘frontwatch’ waarbij de voorgevels van de huizen

uitvoerig worden bekeken en wanneer een woning “aantrekkelijk” is voor inbrekers (slecht slot, beplanting, open ramen,) wordt de bewoner meteen gecontacteerd. Bij afwezigheid ontvangt de bewoner een melding met de raad om zijn woning beter te beveiligen en gratis inbraakpreventief advies aan te vragen.

Verkeerscontroles worden doelgericht georganiseerd en gebeuren op plaatsen en tijdstippen waarop de impact op de verkeersveiligheid het grootst is, bijvoorbeeld bij begin en einde van de schooltijden en in de omgeving van drukke evenementen.

In onze huidige maatschappij zijn er steeds meer risicovolle interventies en ook geweld tegen hulp- en ordediensten. N-VA vraagt daarom, daar waar nodig en bij verhoogd risico, voor iedere politiemedewerker een bodycam te voorzien.

Anderzijds vragen we ook om tijdens bepaalde strategische uren een ploeg van het Snelle Respons Team (SRT) achter de hand te hebben. Een SRT-ploeg is een ondersteunende ploeg van 3 personen die zich verplaatsen met een anoniem voertuig en meer opgeleid zijn voor interventies met zwaarder geweld. Verder hebben ze zwaardere bewapening voor gewapende conflicten. De SRT-ploeg is dan een aanvulling op de reguliere noodhulpploeg. Deze ploeg kan ingezet worden bij eventuele opdrachten waar de fysieke integriteit mogelijk in gevaar kan komen of waar bijzondere risico’s aan verbonden zijn. Gezien het ‘anonieme’ karakter kan er meer gewerkt worden op heterdaad, op gerichte controles en op het monitoren van bepaalde hotspots.

Brandweer

N-VA pleit ervoor om de hulpverleningszone (HVZ) nog verder klaar te stomen voor de nieuwe uitdagingen. Natte winters en extremer herfstonweer met overstromingen en zware stormschade tot gevolg komen steeds vaker voor. Net zoals periodes van intense warmte en lange droogte met verhoogd risico op bos-, gras- en vegetatiebrand. Ook hier dienen we ons op voor te bereiden.

Naast de beroepsmensen zijn de vrijwilligers van cruciaal belang voor de goede werking van de brandweer. We pleiten ervoor om het korps van vrijwilligers nog uit te breiden. De post Kruibeke is een uniek voorbeeld op gebied van beschikbaarheden van vrijwilligers. Indien ze daar beschikken over voldoende en passende voertuigen, kunnen ze een groter takenpakket aan, en kunnen ze op die manier een operationeel voorbeeld worden voor andere gemeentes in onze fusie.

We moeten dringend onderzoeken of er in Zwijndrecht een beperkte post moet komen. Verder willen we de publiek-private samenwerking 'brandweernetwerk Zeehaven Schelde' verder mee uitbouwen. Dit netwerk is een uniek samenwerkingsverband tussen enkele grote bedrijven uit de haven en de brandweer Waasland en Antwerpen. Momenteel heeft HVZ Waasland een leidende rol binnen dit project, en dit moet in de toekomst ook zo blijven.

Medische hulpverlening - gezondheid

Sinds 2023 zijn er 2 PIT teams in onze gemeente. Dit zijn ambulance-voertuigen met een spoedverpleegkundige en een hoop extra materiaal en medicatie aan boord. Deze PIT’s moeten absoluut behouden blijven.

N-VA wil dat iedere jongere in de gemeente leert reanimeren. Daarbij zetten we in op een basisopleiding in de eerste graad van het middelbaar en daarnaast een jaarlijkse korte heropfrissing. Door mensen dit actief aan te leren, daalt ook de drempel om de opgedane kennis later in een noodgeval in de praktijk om te zetten. Hiernaast pleiten we ook voor de opstart van een systeem van ‘burgerhulpverlening’. Dat is een platform waarop je je kan registreren na een reanimatiecursus. In het geval van nood aan een reanimatie in je omgeving zal dat systeem je via een app automatisch verwittigen en kan je zo de nodige hulpverlening al opstarten in afwachting van de komst van de hulpdiensten.

Federaal zijn er plannen om dit systeem te gaan uitrollen. We gaan dit opvolgen en zijn alvast vragende partij voor een proefproject in onze gemeente. Binnen een dergelijk project zijn we voorstander om zoveel mogelijk cursussen voor reanimatie te organiseren (in scholen, sportclubs, voor personeel, …). Tot slot bekijken we de nood aan extra AED-toestellen in politievoertuigen, op publieke plaatsen, in verenigingslokalen, of in schoolgebouwen.

We zijn vragende partij om onze huisartsen-wachtpost in het ziekenhuis van Beveren langer open te houden. Tevens wordt in overleg met de lokale huisartsen onderzocht of een huisartsenwachtpost in Zwijndrecht of Burcht kan gerealiseerd worden.

In sommige regio’s (zoals Kieldrecht, Doel, Prosperpolder,...) zijn de aanrijtijden voor een ambulance lang. Daarom zijn we voorstander om in levensbedreigende urgenties de brandweer (zoals bijvoorbeeld de post van Kieldrecht) mee te alarmeren. Om deze verbetering van de dienstverlening mogelijk te maken, voorzien we de nodige budgetten.

Tenslotte wil N-VA dat iedere 65+’er in onze gemeente een ‘gele doos’ krijgt. Dit is een gestandaardiseerde doos met typerende kleur. Deze dient standaard in de frigo bewaard te worden en bevat een medicatielijst, de te verwittigen contactpersonen in noodgevallen, een lijst met mogelijke allergieën, alle noodzakelijke medische info, enzovoort. Dit is dus een schat aan informatie die bij een medische urgentie snel te raadplegen is.

Noodplanning

Gezien het uitzonderlijke profiel van onze gemeente met betrekking tot mogelijke gevaren of calamiteiten is het belangrijk dat al deze risico’s in kaart gebracht worden. De gemeente moet een deftig en alomvattend noodplan hebben en dit ook regelmatig oefenen; zowel op operationeel als op beleidsmatig niveau.
De calamiteiten van 10 jaar geleden zijn ook niet dezelfde als de uitdagingen van vandaag of morgen. Nieuwe risico’s zoals bio-terrorisme en cyber-criminaliteit zijn daar voorbeelden van. Deze kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor onze samenleving, waardoor ook de gemeente zich voldoende op deze eventualiteiten dient voor te bereiden.

Onze visie op wonen

Onze nieuwe gemeente is een aantrekkelijke gemeente om te wonen.

Sterke onderwijsinstellingen, uitstekende voorzieningen op gebied van sport, cultuur en jeugd, een sterke middenstand en een positief ondernemersklimaat, een centrale ligging in de meest bruisende driehoek van Vlaanderen, een enorm groot aanbod aan aantrekkelijke jobs in de onmiddellijke omgeving, een modern en uitgebouwd netwerk van voorzieningen voor ouderen en voor opvang van jonge kinderen… Dat alles vormt de basis van het succes van onze gemeente. Voeg daaraan de algemene tendens (in alle West-Europese landen) van de gezinsverdunning toe. Zodoende evolueren we snel van een gezin van gemiddeld 2,5 personen naar gezinnen van gemiddeld slechts 2 personen. Dit betekent in de praktijk dat er, zonder dat het aantal inwoners stijgt, op vrij korte termijn 20% meer woningen moeten komen. We moeten rekening houden met de trend van stijgende eenpersoonshuishoudens. Hier moet extra aandacht naartoe gaan.

In deze context zijn we van oordeel, en dat is niet nieuw, dat de gemeente een sterke en vooruitstrevende woonpolitiek moet voeren. We moeten dit doen om de hogere woningprijzen (door een sterke stijging van materialen, arbeidskosten en hogere leenpercentages) zoveel mogelijk onder controle te houden. De middelen hiervoor zijn niet oneindig, maar ze zijn er en wij willen daarop inzetten.

Centraal in het N-VA woonbeleid staat dan ook dat jonge mensen en gezinnen de kans moeten kunnen krijgen om een stabiele thuisbasis te creëren die past binnen hun financiële mogelijkheden.

Het is van cruciaal belang dat jongeren die dat willen de kans krijgen om in hun eigen omgeving een woning te verwerven. Deze mogelijkheid draagt niet alleen bij aan de individuele welvaart en stabiliteit, maar ook aan de sociale samenhang binnen gemeenschappen. Wanneer jonge mensen in staat zijn om een huis te kopen of te huren in de buurt van waar ze zijn opgegroeid, versterkt dit de banden met familie, vrienden en de lokale gemeenschap. Omringd door de mensen die ze kennen en vertrouwen, draagt dit bij aan de ontwikkeling en het welzijn van hun kinderen. Daarnaast biedt het (groot)ouders de mogelijkheid om actief deel te nemen aan de opvoeding en de zorg voor hun kinderen en kleinkinderen wat essentieel is voor een gezonde gezinsdynamiek.

Bovendien speelt de aanwezigheid van jonge gezinnen een belangrijke rol bij het versterken van de sociale cohesie binnen een gemeenschap. Ze brengen nieuwe energie en betrokkenheid met zich mee, en stimuleren buurtactiviteiten, wat bijdraagt aan een gevoel van gemeenschappelijke identiteit en solidariteit. Een goede mix van leeftijdsgroepen zorgt voor een meer inclusieve en ondersteunende omgeving, voor een gezonde dynamiek en voor een veerkrachtige samenleving.

Een ander belangrijk nevenaspect is dat oudere mensen langer in hun eigen vertrouwde omgeving, in hun woning, kunnen blijven wanneer hun kinderen in de omgeving wonen. Dit is zonder meer gunstig voor hun gevoel van autonomie en welzijn. Ouderen kunnen bijvoorbeeld profiteren van de hulp en ondersteuning van jongere familieleden en buren, terwijl ze tegelijkertijd waardevolle levenservaring en wijsheid doorgeven aan de volgende generatie.

Een tweede pijler van ons beleid betreft de steun bij duurzame investeringen in de eigen woning. De specifieke focus ligt hier op isolatie, op energie-efficiëntie en op aanpassingswerken aan de woning voor hulpmiddelen en bouwtechnische aanpassingen naar de doelgroepen ouderen en/of andersvaliden.

Het structureel ondersteunen van isolatie en duurzame investeringen in woningen is essentieel voor het gezinsbudget. Door snel en effectief te investeren in duurzame isolatie, kunnen gezinnen hun energieverbruik verminderen. Dit leidt tot een directe verbetering van het gezinsbudget en biedt financiële stabiliteit op lange termijn. Bovendien dragen duurzame investeringen in de eigen woning bij aan een meer milieuvriendelijke leefomgeving. Door energie-efficiëntie te bevorderen, verminderen we niet alleen de ecologische voetafdruk van huishoudens, maar dragen we ook bij aan de bredere klimaatdoelstellingen.

Kortom, door de nadruk te leggen op de verwerving van een eigen woning en tegelijkertijd structurele ondersteuning te bieden voor isolatie en duurzame investeringen, streven we naar een woonbeleid dat niet alleen financiële stabiliteit en welzijn bevordert, maar ook bijdraagt aan een duurzame en veerkrachtige samenleving.

Concrete maatregelen

Sociale Woningbouw

In het verleden werden er voornamelijk sociale huurwoningen gebouwd. Dit blijft uiteraard noodzakelijk, want we willen de streefdoelen voor nieuwe huurwoningen, die door Vlaanderen worden vastgelegd, realiseren. Maar we gaan ervan uit dat elke gemeente dit zal doen. Vlaanderen moet eerst zorgen dat elke stad of gemeente de doelstellingen bereikt vooraleer aan de beste leerlingen nieuwe objectieven op te leggen.
In deze zijn we ook vragende partij dat de toewijzingsreglementen voor iedereen toegepast worden. Er moet dus maximaal toegezien worden dat mensen die een sociale huurwoning willen, geen eigendom hebben in ons land of in het buitenland.
Omdat we zo goed als zeker de huidige normen zullen behalen willen we dat er meer werk gemaakt wordt van het bouwen van koopwoningen. De reden daarvoor ligt voor de hand: een eigen woning is de beste waarborg voor financiële stabiliteit nu en in de toekomst. Het is een garantie voor betaalbare woonzekerheid. In het kader van het sociaal woonbeleid willen we dat er maximaal werk wordt gemaakt van informatie en (financiële) begeleiding om te kijken of kandidaat huurders niet beter een “starterswoning” zouden kopen (mits steun via beschikbare premies, sociale leningen, …).
We wijzen koopwoningen (binnen de wettelijke regelgeving) primair toe aan mensen die al een langere tijd in onze gemeente wonen. Dit principe moet ook maximaal toepast worden (rekening houdend met de regelgeving) bij huurwoningen.

Gemeentelijke verkavelingen

We realiseren waar mogelijk gemeentelijke verkavelingen tegen kostprijs. Dit houdt in dat de bouwkavels aan die prijs verkocht worden, die ze binnen het project ook echt gekost heeft (wat gemiddeld meer dan 20% goedkoper is dan de marktprijs). Bovendien werken we samen met (bijvoorbeeld) een organisatie als “Vlaanderen bouwt“ om deze verkavelingen te realiseren. Het is minimaal 15% goedkoper om gezamenlijk te bouwen in plaats van individueel. Zo drukken we de prijs van een woning en bovendien verkrijgen we een homogener en architecturaal veel sterker resultaat.
Toewijzingen van woningen en gronden gebeurt zoals nu op basis van een aantal criteria. Het inkomen is er één van. Men moet (samen) een minimumbedrag verdienen dat hoger ligt dan het maximumbedrag dat men mag hebben in de sociale huursector. Het maximumbedrag dat men mag verdienen is meer dan het dubbele van het minimumbedrag. Wanneer men halfweg tussen beide min/max zit, krijgt men de meeste punten in het kader van toewijzing. Bedragen worden verhoogd wanneer er kinderen zijn. Een ander criterium dat extra punten bij de toewijzing oplevert, is de gemeentelijke binding (wonen en/of werken) van de aanvrager.

Gemeentelijke sociale last bij privé verkavelingen.

Elke private ontwikkelaar draagt 20% van de beschikbare kavels tegen kostprijs over aan de gemeente. In de praktijk betekent dit meestal meer dan 20% goedkoper dan de marktprijs. De gemeente verkoopt deze gronden door aan kostprijs aan de geïnteresseerde kopers volgens hetzelfde bovenstaande reglement.
Ook hier willen we dit vanaf 4 kavels doen volgens het systeem van de gemeentelijke verkavelingen (inclusief woning). Om dezelfde redenen is dit goedkoper en architectonisch sterker. Een variante hierop zou casco bouwen kunnen zijn, zodat kandidaat-kopers bepaalde afwerkingen zelf of om financiële redenen later kunnen doen.

Voldoende woonaanbod

Elke burger weet dat in de huizensector zoals in bijna alle sectoren vraag en aanbod een belangrijke factor is bij de prijszetting. Dit is een economisch gegeven waar men niet naast kan. Indien de vraag naar woningen hoger is dan het aanbod, dan stijgen de prijzen en wordt het niet alleen voor onze doelgroepen (zie inleiding) maar voor iedereen duidelijk moeilijker om een woning te verwerven of bouwen. In deze situatie willen we niet terecht komen. Wij zullen dus nooit voorstander zijn van een bouwstop zoals door sommigen in de voorbije jaren werd bepleit. Niet alleen omdat we de woondroom van mensen niet willen onmogelijk maken, maar ook omdat we alles wat met de sector bouwen te maken heeft, niet willen blokkeren.
Naast het financiële luik worden kandidaat-bouwers en -verbouwers ook geconfronteerd met een complexe administratieve rompslomp voor het verkrijgen van de nodige vergunningen. Zij moeten hierin blijvend bijgestaan en ondersteund worden door de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening. Op een efficiënte en klantvriendelijke manier. We zorgen bovendien voor een helder vergunningskader (stedenbouwkundige verordening). Een duidelijke verordening geeft meer rechtszekerheid voor de aanvrager en voor de gelijke behandeling van bouwdossiers. In de verordening zijn er ook onder meer kwaliteitsnormen opgenomen en voldoende garanties voor de omgeving.

Tweewoonsten en betaalbaarheid

Een tweewoonst is een woning die opgedeeld wordt in 2 woningen: één op het gelijkvloers en één op de verdieping. Beide woningen hebben een aparte ingang. In de gemeentelijke verordening stellen we op vlak van vergunning de tweewoonst gelijk met een eengezinswoning. In de praktijk komt dit neer dat op dezelfde bouwkavel niet één maar twee woningen kunnen. Een tweewoonst heeft dezelfde verschijningsvorm van een eengezinswoning en is dus perfect inpasbaar in het bestaande woonweefsel.
Belangrijk voordeel is de betaalbaarheid (de kostprijs van de kavel wordt bijvoorbeeld door 2 gedeeld en de bouwkost is lager dan twee aparte woningen).
We verbinden hier stedenbouwkundig een aantal criteria aan, die voornamelijk te maken hebben met optimalisatie van de privacy. Tweewoonsten zijn een uitgelezen mogelijkheid voor “zachte verdichting”, voor verdichting die perfect past in homogene wijken met grondgebonden woningen.

Andere woonvormen

We staan open voor nieuwe woonvormen, zoals ‘community land trust’, co-housing of andere initiatieven. Betaalbaarheid of familiale zorg kunnen aanleiding geven tot vraag naar vernieuwende woonoplossingen. We willen onderzoeken onder welke criteria dit zou kunnen voor onderstaande voorbeelden.Tiny houses/tijdelijke zorgwoning: deze mogelijkheid past volledig in onze visie op zorg. We willen de optie van ‘tiny houses’ opnemen in onze gemeentelijke verordening. Het gaat hier om een tijdelijke vergunning (zolang de zorg gebeurt).
Tiny houses zonder zorgfunctie: ook dit gaan we bekijken en de omgevingsfactoren vastleggen op welke basis dit kan gebeuren. Het gaat hier bv. over een familielid dat “samenwoont” met een gezin. Maar in kleinere gescheiden ruimtes.

Premies

We perken het aantal premies in, maar zetten vooral in op die steunmaatregelen die ertoe doen. Premies moeten immers stimulerend werken om investeringen te doen voor je woning. We willen het aantal premies beperken maar deze effectiever maken door ze gevoelig op te trekken zodat ze aanzetten om zo snel mogelijk een investering te doen.
We mikken hier vooral op premies die met energiezuinigheid te maken hebben. Ecologisch belangrijk maar ook en vooral premies die door toekenning een korte terugverdientijd hebben en daardoor snel een besparing betekenen voor het budget van de aanvrager. Dus vooral isolatie of rendementspremies. We zorgen voor een technische begeleiding en ondersteuning bij deze premies.
Ook verhuurders van woningen willen we premies geven onder voorwaarde dat we voor huurders ook een meerwaarde creëren. De premies werken aanvullend op andere premies van overheden.
We onderzoeken ook hoe we mensen financieel tegemoetkomen bij aankoop van hun eerste huis. Dit kan bijvoorbeeld via leningen met uitgestelde betaling. U investeert en begint terug te betalen na 5 jaar.
De premies worden verdubbeld indien het gaat over gebouwen met erfgoedwaarde. Hiermee willen we de eigenaars stimuleren en ondersteunen om de erfgoedwaarde van hun woning te bewaren.
We onderzoeken hoe we kunnen inspelen op de geplande Vlaamse premie in functie van startkapitaal voor nieuwbouw. Om de attractiviteit te verhogen kunnen we hier eventueel een aanvullende gemeentelijke premie op voorzien.
We stimuleren het aanbieden van nieuwe huurpanden voor de sociale huurmarkt door in samenwerking met de respectieve privé-eigenaars hun pand via een sociale huisvestingsmaatschappij te laten verhuren. Deze premie bestaat al in Beveren: de verhuurder krijgt 5.000 euro voor een contract van 9 jaar. Deze premie wordt geëvalueerd.
We pakken leegstand en verwaarlozing aan op basis van een realistisch en duidelijk systeem. We belasten niet indien er een duidelijke wil is en er effectief maatregelen genomen worden om de woning van de leegstandslijst te halen.